April is de ideale maand om de guerrilla gardener in je naar boven te halen en de stad te bombarderen met bloemen. Hoe? Via zaadbommen natuurlijk!
Vorig jaar schreef ik deze tutorial om zelf je zaadbommen in elkaar te knutselen. Dit jaar liet ik me in Londen verleiden door een doosje ‘seedballs’: kant en klare zaadbommetjes uit klei (die het zaad beschermt), chilipoeder (dat insecten verjaagt) en compost (om de zaden een goede start te geven).
Ik kocht het doosje in het café waar men via aquaponics groenten kweekt, maar je kan ze ook bestellen via deze website – als je in Europa woont tenminste.
Je hebt zes verschillende doosjes, waaronder een bijenmix en papaverzaadjes. Ik ging voor de ‘urban meadow mix’ waarin onder andere zaad van korenbloem, madeliefje, muskuskaasjeskruid en dagkoekoeksbloem zit. Echte veldbloemen dus.
In een doosje zitten twintig zaadballetjes. Volgens de website is dat precies de hoeveelheid die je nodig hebt om een vierkante meter te bedekken met bloemen. Een deel ervan gooide ik in onze tuin. Een deel, euhm, ergens anders.
Deze ‘seedballs’ hebben verder geen verzorging nodig. Relax en laat de natuur zijn werk doen…
Ik vind die zaadbommen heel sympathiek, gemakkelijk in gebruik en in de meeste steden bestemmingen zat 🙂
Guerilla gardening is gezond tegendraads en die zaadbommetjes zijn echt geweldig.