Wilde planten eten

Nathalie van LesOdettes toont hoe vogelmuur eruit ziet.

Vorige week trok ik op wildplukwandeling in Antwerpen met Nathalie van LesOdettes. De vraag die dan op ieders lippen brandt: is dat niet vies met al die honden in de stad? Nathalies antwoord: ‘Mensen vergeten dat vossen en vogels ook op de groenten in het veld kakken.’ En met een aantal tips in het achterhoofd lijkt dit nogal mee te vallen:

  • Pluk niet te dicht bij een gevel of paaltje of een andere plek waarvan je vermoedt dat honden het aantrekkelijk vinden
  • In het bos is het belangrijk dat je plukt vanaf kniehoogte. Daaronder is er kans op de vossenziekte (vossenlintworm)
  • Was je oogst met water met daarin een scheutje azijn en spoel na

Waarom je dan toch aan het wildplukken moet? Niets moet natuurlijk, maar je leert weer heel nieuwe smaken kennen. Die citroenachtige slash etherische smaak van de douglasspar bijvoorbeeld. Nog nooit eerder geproefd en dus ook wat moeilijk te omschrijven.

Je kan de naalden en de dennenappels gebruiken om je gerechten op smaak te brengen.

Ook goed om te weten: wilde planten zijn nooit gecultiveerd en hebben daardoor nog heel veel voedingsstoffen. Anders dan de groenten uit de winkel maar ook uit eigen moestuin zijn ze nooit geselecteerd op kleur of vorm. Meteen ook een reden om het gebruik van wilde planten te doseren. Brandnetels werken bijvoorbeeld heel bloedzuiverend. Gezond, maar grote dosissen veroorzaken soms acne.

Een salade met onder andere look zonder look en daslook.

Wilde planten gebruik je dus best met mate. Bijvoorbeeld door wat madeliefjes te verwerken in een salade, kleine veldkers in de soep te draaien of om pesto te maken van dovenetel.

Houd je aan deze wildplukregels, zodat iedereen ervan kan genieten:

  • Pluk alleen voor eigen gebruik
  • Pluk niet meer dan 1/3de van de populatie
  • Laat de wortels van de planten staan
  • Vraag vooraf toestemming aan de eigenaar als je op privé gebied plukt

Mijn persoonlijke ontdekking was vogelmuur, een klein, onnozel plantje dat verrassend lekker smaakt naar verse erwtjes. Ook heel lekker is daslook, al was dat voor mij geen nieuwe kennismaking. Ik heb zelf wat daslook in mijn tuin staan en weet nu in Antwerpen waar je ze in het wild kan plukken (kuch Boelaertpark kuch).

Bloemblaadjes van seringen zijn lekker met opgeklopt eiwit en bloemsuiker

De wildplukwandeling doet je helemaal anders naar de stad kijken: in de tuin van de kerk staan bijvoorbeeld madeliefjes voor je salade en een appelboom waarvan je de bloesems ook kan eten. In een bloembak op iemands vensterbank komt wat klaverzuring piepen tussen de aangeplante kruiden. De palmkool in een moestuinbak van een samentuin was doorgeschoten, zodat we van de bloemetjes konden proeven.

Ik ga zeker wat vaker wildplukken. De eetbare bloemen zijn ideaal om gerechten te pimpen en ik neem me voor om dit jaar af en toe eens ‘onkruidpesto’ te maken. Gezond en lekker!

Kwekerij Sanguisorba

Op aanraden van een collega trok ik met man en kind gisteren naar de opendeurdag van Sanguisorba, een kleine kwekerij in de buurt van Lier. Naar het schijnt zijn sterrenchefs fan van de speciale selectie aan kruiden, wilde planten en vergeten groenten. Ik begrijp wel waarom: het aanbod van Sanguisorba verschilt van de gewone tuincentra. Zeekraal, meloenpeer, dropplant, ananassalie… Heel leuk om de grote verscheidenheid aan planten te zien!

sanguisorba  san4

Het was gisteren een wat druilerige dag, wat misschien verklaarde waarom het geen overrompeling was. Een beetje jammer voor de kwekerij, die enkele collega’s had uitgenodigd zoals een saffraanboer uit Morkhoven. Ook Migino, een familiebedrijf dat onder andere notenoliën verkoopt en we kennen van de Buurderij in Antwerpen, had een stand op het terrein.

san3

sanguisorbaWe vertrokken met een bakje met wat ongewone muntsoorten: bananenmunt, aardbeimunt en limoenmunt. Vooral de bananenmunt ruikt geweldig. Ik maak graag ijsthee in de zomer en kan niet wachten om te proeven van mijn nieuwe aanwinsten.

Je kan de kwekerij nog bezoeken op dinsdag 28 juni en woensdag 29 juni van 10u tot 18u. Daarna is de plantenverkoop enkel nog mogelijk op afspraak.

Oefening in geduld

Mensen die me goed kennen, weten dat ik soms graag wil dat de dingen vooruitgaan, vooral als de eindmeet al in zicht is. Tuinieren is voor mij dus een echte oefening in geduld. Leren genieten van de weg naar het resultaat ook (hoe zen, haha).

Vooral als dat resultaat niet meer zo heel lang op zich laat wachten. Want dit is bijna klaar:

De eerste frambozen zijn bijna plukklaar.

De eerste frambozen zijn bijna plukklaar. Mmm…

En zie die aardbeien, dat duurt ook niet meer zo lang.

En zie die aardbeien, dat duurt ook niet meer zo lang.

De eerste kerstomaten krijgen vorm.

De eerste kerstomaten krijgen vorm.

De aardappelplant krijgt al bloemen, bijna tijd dus!

De aardappelplant heeft bloemen, bijna tijd dus! Je hebt sowieso nog een update over aardappels kweken in zakken van me te goed.

De erwten beginnen er ook goed uit te zien.

De erwten beginnen er ook goed uit te zien. Spectaculair hoe uit een bloemetje zo’n grote peul kan groeien.

Nog even wachten. Nog heel even.

Wat is er bij jou in de tuin bijna oogstklaar?

RIP bloemkool

Zodra de zon een klein beetje schijnt, staat er bij ons een frisse salade op het menu en wat is er plezanter dan daarvoor ingrediënten te sprokkelen in je tuin? Ik ben geen keukenprinses, maar een salade pimpen met wat wasabi, daslook, sla en verse kruiden uit de tuin is niet echt moeilijk. En lekker!

Mmm, kraakverse sla uit de tuin. Als je alleen de buitenste bladeren oogst, blijft de plant groeien.

Mmm, kraakverse sla uit de tuin. Als je alleen de buitenste bladeren oogst, blijft de plant groeien.

Op de andere groenten blijft het nog wachten. De erwtjes doen het voorlopig goed, net als de aardappelen, tomatenplantjes en crosne. Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn bij ons. Alvast een oogst is helemaal mislukt…

Arme bloemkool

Arme bloemkool

Het begon nochtans goed, met een zaailing van de Vogeltjesmarkt in Antwerpen. Maar een week later zag ik dat er aan de onderste bladeren geknabbeld werd door een mysterieus beestje. Zelfs na een paar grondige inspecties vond ik niets. Tot de boosdoener op een dag zichzelf prijsgaf.

De schuldige!

De schuldige!

De weg lag weer vrij voor een lekkere oogst. Ik gaf zelfs wat extra mest, op advies van de Veltbijbel. We werden daarvoor beloond met een schattige miniatuurversie.

bloemkool12Cuteness overload. Maar toen gingen er (minstens) twee dingen fout. We verzuimden het om dit bloemkooltje te bedekken tegen het licht (dit doe je door een paar bladeren een knak te geven en erover te leggen – hoorde ik later) en gaven het te weinig water (dat komt ervan als je in vol moestuinseizoen op reis gaat). Resultaat: een doorschoten bloemkoolplant.

Dit jaar kunnen we dus een kruis maken over onze bloemkooloogst, maar al doende leert men, of zo. En de bloemkool blijft voorlopig staan, omdat ik nu wel benieuwd ben naar zijn bloemen. Met een beetje geluk kan ik het zaad nog oogsten voor een volgende poging.

Is er in jouw moestuin al iets mislukt dit jaar?

Moestuinieren op het dak

Het contrast kon bijna niet groter zijn. Terwijl in ons hotel schilderijen hingen van berglandschappen en de Mona Lisa met een enorme joint in haar mondhoek, de receptie volgestouwd was met Chinese beeldjes, haarklemmen, foto’s van kinderen die verjaardagskaarsen uitbliezen en de gang naar wierook en javel rook, blonken in het vijfsterrenhotel Wellington zowel de vloeren als muren, droeg het personeel een uniform en rook de hal naar het enorme boeket dat er stond te pronken.

De moestuin op het dak van hotel Wellington.

De moestuin op het dak van hotel Wellington.

Hotel Wellington ligt in Salamanca, de rijkste en duurste wijk van Madrid, op 100 meter van het prachtige Retiropark. Maar zelfs als je geen 155 euro per nacht wil neertellen voor een kamer, kan je een afspraak maken om hun eigen dakmoestuin te bezichtigen.

Deze aardbeitjes krijgen zeker genoeg zon!

Deze aardbeitjes krijgen zeker genoeg zon!

Dus stonden we een beetje verloren aan de receptie te kijken naar een filmpje dat reclame maakte voor de grootste dakmoestuin op een hotel ter wereld totdat een vriendelijk lachende mevrouw ons meetroonde naar boven.

Het zaai- en oogstschema.

Het zaai- en oogstschema.

De moestuin op het dak was een idee van de hoteleigenaar die zich hiermee wilde onderscheiden van de andere hotels. Alles wordt biologisch geteeld door vier tuinmannen en de chef-kok, die er naar eigen zeggen tot rust komt.

Men kweekt er zelfs oesterzwammen.

Men kweekt er zelfs oesterzwammen.

De oogst verwerkt de kok in de gerechten van zijn restaurant Las Raices (wat ‘de wortels’ betekent), een van de restaurants van het hotel. Eerlijk gezegd waren we een beetje verbaasd over de omvang van de dakmoestuin, die met 14 moestuinbakken kleiner was dan verwacht. Het lijkt me moeilijk voor te stellen dat de chef-kok er voor iedereen mee kan koken.

Het uitzicht over de stad is wel fantastisch. En de moestuinbakken zitten goed in elkaar: er ligt watertoevoer in elke bak en alles is netjes onkruidvrij. Een grote tabaksplant moet bestuivers aantrekken en men kweekt er onder andere drie soorten tomaten, bloemkool, bonen en wortelen.

Het uitzicht over de stad

Het uitzicht over de stad

Voor chef-kok Javier Librero is de moestuin een verlengstuk van zijn restaurant dat biologische en seizoensgebonden gerechten klaarmaakt. Ervaring met tuinieren had hij tot voor kort niet. ‘Maar ik groei mee met de tuin’, vertelde hij ons al lachend.

Op de tafels van het restaurant Las Raices staan kroppen sla in hydrocultuur.

Op de tafels van het restaurant Las Raices staan kroppen sla in hydrocultuur.

Een leuk concept dat hopelijk navolging krijgt. Want komaan: het record van grootste hotelmoestuin op een dak moet gemakkelijk te verbreken zijn. Hilton Antwerpen, ga ervoor!

Uien kweken

Begin maart plantte ik voor het eerst (rode) uien in onze tuin. Ik deel graag wat kweektips met jullie.

Je kan uien zaaien, maar omdat de kweek van sommige uien twee jaar duurt, raad ik beginnelingen (zoals mezelf) aan om te vertrekken van plantuitjes.

De beste plantuitjes zijn ongeveer zo groot als een hazelnoot. Plantuitjes die groter zijn hebben de neiging om door te schieten. Eventueel kan je deze te grote plantuitjes bij elkaar zetten op een kleinere afstand in de rij en ze al in een jong stadium eten als sla-uitje.

Plant de uien niet op een plek waar eerder prei, look, sjalot, erwt, labboon, wortelen en aardappelen stonden. Tussen twee uienteelten moet je ook vijf tot zes jaar wachten. Zo vermijd je aantasting door aaltjes, vliegen en schimmels.

Katten vinden uien leuk speelgoed.

Katten vinden uien leuk speelgoed.

Leg de plantuitjes voor het poten een poosje in het water, zo wortelen ze sneller. Doe je dat niet (zoals ik) dan plannen ze een ontsnapping uit de grond. Je duwt de uitjes best stevig in de grond en zo diep dat er bijna niets meer van te zien is.

Ik merkte ook dat de buurtkatten het bijzonder leuk vonden om de uien op te graven. Een eerste poging om ze te weren met stokken die ik in de grond prikte, mislukte. De tweede poging waarbij ik koffiegruis strooide, had meer succes.

Het loof komt kijken.

Het loof komt kijken.

Uien hebben geen bemesting nodig. Meer nog, dat is volledig af te raden omdat dit de uienvlieg aantrekt. De plant heeft wel extra kalium nodig om de bolvorming te versnellen. Je kan bijvoorbeeld houtasse of patentkali strooien.

Om de uienvlieg te weren, kan je vliegengaas spannen en ze samen telen met wortelen. Ga niet schoffelen of hakken om het onkruid weg te halen, zo kan je de ui beschadigen en komt er een geur vrij die de uienvlieg aantrekt. Eens de grond goed opgewarmd is, kan je mulchen tegen het onkruid. Je legt dan bijvoorbeeld een dunnen laag gazonmaaisel of houtcompost rond de uienplantjes.

Hier moet dringend gewied worden.

Hier moet dringend gewied worden.

Uien kweken is een werk van lange adem, zelfs als je start met plantuien. Na zo’n zes maanden in de grond, valt het loof van de ui plat en zal het beginnen opdrogen. Wacht tot 2/3 van het loof afgestorven is. Dat is het teken dat je de ui mag oogsten. Bij vochtig weer oogst je best vroeg om schimmelinfecties te vermijden.

Ik ben benieuwd of ik deze zomer mijn eerste rode uien kan oogsten! Heb jij zelf nog tips, dan hoor ik het graag.

Oost-Indische invasie

Soms vraag ik me af hoe de wereld er zou uitzien, als de mensheid er plots niet meer zou zijn. Het klinkt misschien morbide, maar het is vooral uit nieuwsgierigheid naar hoe snel de planten en dieren de wereld zouden overnemen. Hoe lang zou het duren voordat er planten uit ramen en deuren groeien?

Hoe onze tuin er dan zou uitzien, is eenvoudig in te beelden: overwoekerd door Oost-Indische kers. Ook met aanwezigheid van de mens doet de plant flink zijn best om de wereld  te veroveren.

Voor...

Voor…

Ik ben wel voor groen en niet al te deftige tuinen, maar dit is zelfs naar mijn maatstaven er over. Tijd om in te grijpen. Na wat snoeiwerk zag alles er zo uit:

... en na

… en na

Och ja, daar stonden nog kruiden in potten! De basilicum en oregano staan nu in bloei, de citroenmelisse groeit overal in tuin goed, behalve in de pot zelf en de munt is half verdroogd. Na een kleine verzorgbeurt waar onder andere wormenpercolaat en een lief woordje bij te pas kwam, hopen we nu op het beste.

Wel in blakende gezondheid bleek deze kerel:

opkuisDe onuitroeibare slangenden. Nog stevig gegroeid sinds de eerste keer dat ik de scheuten opmerkte. Als dat maar goed komt.

Snoeiafval

Snoeiafval

En wat doen we dan met de berg Oost-Indisch snoeiafval? Een deel belandde in de wormenbak, een deel in de gft-bak en een deel op ons bord als pestosaus. De mosterd haalde ik op deze blog.

Pesto van Oost-Indische kers

Pesto van Oost-Indische kers

Poepsimpel en heel erg lekker, precies zoals ik mijn eten graag heb.

Als er binnenkort zaadjes komen aan wat er nog overblijft van de plant (oh ja, wees gerust, er staat nog zo veel in de tuin als ik heb weggehaald), zal ik dit recept van Jonge Sla eens uitproberen.

Hoe eet jij Oost-Indische kers het liefst?

Wormenbak

In onze kleine stadstuin is er geen ruimte voor een composthoek of -vat. Gelukkig bestaat er nog een andere, veel compactere manier om te composteren: via een wormenbak.

Een wormenbak bestaat uit een aantal stapelbare, plastic bakken. Je kan al van start gaan met twee bakken en een deksel, maar hoe meer bakken, hoe meer groenteafval je kwijt kan en hoe meer compost je kan verzamelen.

Onze wormenbak

Een van de stapelbare bakken van onze wormenbak

In de bovenste bakken zitten gaten in de bodem. Via deze gaten kunnen de wormen naar boven of naar onder kruipen en kan het percolaat, het vocht dat door de wormen gemaakt wordt en (verdund!) ideaal is om je planten mee te bemesten, in de onderste bak opgevangen worden.

Via mijn vader kreeg ik een kant-en-klare wormenbak, maar je kan deze ook gemakkelijk zelf maken. Let dan wel op volgende zaken:

  • Maak voldoende gaten in de plastic stapelbakken (met uitzondering van de onderste bak natuurlijk)
  • De bakken en het deksel mogen geen licht doorlaten (wormen houden daar niet van)

De wormenbak werkt als volgt: je gooit je (ongekookt) groenteafval in de tweede bak (als je vanaf de onderste begint te tellen), totdat hij halfvol is. Vanaf dat moment vul je de derde bak, ook weer totdat hij halfvol is. Dan ga je naar de vierde,… totdat je bakken vol zijn en je weer onderaan kan beginnen.

Ondertussen doen de wormen zich te goed aan het afval en produceren bijna onmiddellijk percolaat, het bruine, geurloze goedje dat goede bemesting is voor planten. De rest van het groenteafval wordt langzaam (men spreekt over maanden) verwerkt tot het zwarte goud: compost.

Een dikke twee weken geleden heb ik onze wormenbak opgestart. Hoe dat in zijn werk ging, vertel ik binnenkort op deze blog. Ik zal hier sowieso af en toe een update geven over onze nieuwe huisdieren.

Wie niet zo lang op zijn honger kan blijven zitten, moet zeker deze brochure van OVAM eens lezen. Daarin vind je ongeveer alles wat je moet weten om er zelf aan te beginnen. Veel succes!

Zaden lenen

Gisteren opende de zadenbib officieel in het Ecohuis Antwerpen.  Vanaf nu kan je er zaden ontlenen en binnenbrengen. Een aanrader!

Hoe werkt het? Je registreert je via MijnTuin.org. Dan ga je naar de zadenbib, bijvoorbeeld in Antwerpen, Ekeren, Berchem, Londerzeel of Sint-Agatha-Berchem. Kies je zaden en breng in ruil zelf geoogste zaden terug. Je moet geen boete verwachten als je zaad te laat terugbrengt, maar om het project te laten lopen is je medewerking toch nodig.

De zadenbib in het Ecohuis.

De zadenbib in het Ecohuis.

Het aanbod bestaat grotendeels uit groentenzaden, zoals pastinaak, venkel, zomerpostelein en zwartmoeskervel, maar er zijn ook bloemenzaden te vinden (goudsbloem, zonnebloem, zonnehoed,…).

Je mag normaal gezien 3 zadenzakjes per keer ontlenen, maar op de opening werd dit voor een keer beperkt tot een zakje. Ik koos voor een zakje warmoeszaadjes.

Vrijwilligers steken de zaadjes in zakjes en geven zo veel mogelijk informatie mee.

Vrijwilligers steken de zaadjes in zakjes en geven zo veel mogelijk informatie mee.

Toch ging ik alles behalve met lege handen naar huis! Na het infomoment over zaden oogsten, kon je op de minibeurs nog zaad ruilen. Ik verzamelde zaden van wilde venkel, pastinaak, zonnehoed, rode ui, tagetes patula en mosterd en liet zaden van koriander, zonnebloem, stokroos en pompoen achter.

En het bleef niet bij zaad. Een vriendelijke compostmeester bezorgde me zelfs een zakje met compostwormen! Wat ik daarmee van plan ben, vertel ik nog wel eens. Het was alvast lollig om met een zakje vol compost, wormen en groenteafval bungelend aan mijn stuur door de stad te fietsen.

Volgende week mag je hier trouwens een blogpost met tips over zaden oogsten verwachten. Voorlopig moet je het hiermee doen. Geniet nog van je zondag!

Stadsoogsten #3

Op de derde avond van Stadsoogsten stonden er weer een reeks interessante sprekers op het programma. De rode draad was deze keer duurzame voeding. Wist je dat maar liefst een derde van het eten in onze voedselketen weggegooid wordt? Het meeste van het weggegooide voedsel is zelfs perfect eetbaar.

Het belandt bij het afval omdat het niet voldoet aan eisen die niets met de smaak of kwaliteit van het product te maken hebben. Bananen die bijvoorbeeld niet de juiste krommingsgraad hebben, gooit men weg. Of het verdwijnt in de vuilbak omdat de vervaldatum verstreken is, terwijl het eigenlijk nog prima te eten is.

Supermarkten gooien erg veel eten weg nog voor het vervallen is. En dat is ook een beetje mijn schuld, want net als heel veel mensen grijp ik in de winkel altijd naar de producten achteraan in het rek en laat ik het eten dat twee dagen later vervalt, liggen, ook al maak ik het diezelfde avond nog klaar. Iets om te onthouden voor de volgende keer in de supermarkt.

Enfin, het was een boeiende avond. Een medewerker van EVA vzw mocht de spits afbijten met een pleidooi over minder vlees consumeren. Preaching to the choir. Voedsel dat ooit een hartslag had, weer ik al jaren van mijn menu. Dit filmpje over Donderdag Veggiedag vat goed samen waarom een beetje minder vlees eten veel impact heeft. En ’t is nog lekker ook.

De volgende aan de beurt waren twee mensen van Velt. Veltapen, de Antwerpse afdeling, is onder andere bezig met duurzame voeding. Ze proberen een brug te slaan tussen supermarkten die producten weggooien die nog perfect eetbaar zijn (gedeukt fruit, net wel of niet vervallen producten, kapotte verpakkingen,…) en volkskeukens. Mooi initiatief!

Ten slotte mocht een ambtenaar van de milieudienst van Stad Antwerpen nog even het project ‘Stadslab2050’ voorstellen. Antwerpen moet tegen 2050 een duurzame stad zijn. Op 10 oktober organiseren ze een ontmoetingsdag waarvoor alle Antwerpenaren met een groen idee welkom zijn.

Volgende week vrijdag is het alweer de laatste keer Stadsoogsten, vanaf 19u in Designcentrum De Winkelhaak in Antwerpen. Misschien tot dan?