‘Levende’ muren voor gezondere leerlingen

Terwijl veel scholen hun speelplaats vergroenen, gaan twee basisscholen in Antwerpen binnen aan de slag. Ik kreeg de kans om twee basisscholen in Antwerpen te bezoeken die meedoen aan een proefproject rond ‘levende’ muren.

De plantenmuur in een van de kleuterklassen van Omnimundo.

Basisscholen Omnimundo en De Wereldreiziger zijn niet toevallig proefkonijnen in dit experiment. Herinner je Curieuzeneuzen nog? Misschien heb je zelf meegedaan met dit grote burgeronderzoek naar de luchtkwaliteit in Vlaanderen? Uit dit onderzoek kwam onder andere naar voren dat Omnimundo en De Wereldreiziger op de meest vervuilde plek in Vlaanderen gevestigd zijn. De directeur van De Wereldreiziger, Jef Groffen, stelde het zo: ‘’Een lokaal met twintig kinderen ruikt soms erg muf. Helaas heeft een raam openen hier geen zin, omdat de buitenlucht nog veel slechter is.’’ Hoe triestig is dat?

De leerlingen zijn blij met hun ‘jungleklas’.

Naar aanleiding van deze barslechte resultaten startte het stedelijk onderwijs samen NADA, een Antwerps bedrijf gespecialiseerd in mosmuren en verticaal groen, een proefproject op. Bedoeling is om te meten wat de ecologische, psychologische en luchtzuiverende effecten zijn van plantenmuren.

NADA leverde de expertise, materialen en mensen om de plantenmuren te installeren. Zo’n plantenmuur bestaat eigenlijk uit een aantal modulaire panelen waarin planten in een bloempotje geplaatst worden. Onderaan het potje zit een buisje waarmee de planten water kunnen opnemen dat bovenaan in het paneel wordt gegoten. In een paneel van 50 op 60 cm passen al gauw 20 planten. In een kleine ruimte als een klaslokaal telt dat dus snel op!

Voor de keuze van de planten baseert NADA zich op de NASA, die een lijst van planten met een luchtzuiverende werking opstelde. Onder andere graslelie, tiengebodenplant en varens scoren goed op de lijst.

‘’We vinden het jammer dat scholen zo weinig ondersteuning en centen krijgen om hun klaslokalen te vergroenen’’, zegt Marieke Vos van NADA. ‘’We hopen dat we met dit onderzoek het nut van plantenmuren aan te tonen en anderen te stimuleren om hierin stappen te zetten.’’

NADA heeft het logo van Omnimundo in mos laten maken.

Of de plantenmuren ook echt de lucht in de klaslokalen verbeteren, zal het onderzoek uitwijzen. Toch zijn beide directeurs enthousiast. ‘’Het geeft meteen een andere sfeer in de klas en op school’’, zegt Barbara Baudenelle, directeur van Omnimundo. De school wil op termijn elk klaslokaal zijn eigen plantenmuur bezorgen. En terecht, want het ziet er echt fantastisch uit, toch? Een leerlinge zei dat het haar klas een ‘junglesfeer’ geeft en vindt het heel mooi om naar te kijken. Ik vond ook dat de klassen heel anders roken dan een gemiddeld klaslokaal. Veel frisser. Dat is misschien niet alleen de verdienste van de plantenmuur maar (ook?) van het genanotoestel dat NADA samen met de plantenwand installeerde. Zo’n toestel is eigenlijk een luchtzuiveraar voor kantoren en klaslokalen, ontworpen door een Fins bedrijf.

Voor De Wereldreiziger heeft NADA een moswand gemaakt op basis van ontwerpen van de leerlingen.

Ik vind het in ieder geval al een grote verdienste van het project dat men in beide scholen de groene microbe te pakken heeft. Bij Omnimundo kreeg de speelplaats extra planten en onderzoekt men de mogelijkheid om een moestuin op het dak te plaatsen. In De Wereldreiziger is de directeur ook vastbesloten om in elk klaslokaal plantenmuren te plaatsen. ‘’Onze levende muur in de gang is nu plots een plek geworden om spontaan een praatje te slaan’’, merkt de directeur. ‘’De leerkrachten vinden de plantenmuren in de klas rustgevend en ook onze leerlingen zijn enthousiast.’’

Groffen is wel sceptisch over het effect op de luchtkwaliteit.  ‘’Het probleem is hier zo dramatisch dat ik liever zou zien dat men ook de oorzaak van de vervuiling in onze buurt aanpakt. Dat zou iedereen ten goede komen.’’

Meer weten? Kijk op de website van NADA over hun Atmossfairproject.

De Grote Geveltuinactie

[stem met dichtgeknepen neus:] Aandacht, aandacht. Bericht aan de bevolking van District Antwerpen aangaande de vergroening van uw woonomgeving. Vanaf heden tot en met 31 oktober kunt u een gratis en voor niets uw geveltuin reserveren via de website Wilder is beter.

U kan opteren voor 1 van de 11 soorten geveltuinen. Ik herhaal: 11 soorten geveltuinen. Vanzelfsprekend gaat het om biologisch geteelde inheemse planten die adequaat zijn voor de biodiversiteit in de stad.

website_header

Er zijn planten aangepast aan uw persoonlijke gevelsituatie: schaduw, halfschaduw/halfzon en zon. Inspiratie vindt u in de voorbeeldgeveltuin aan het Museum der Hededaagse Kunst (M KHA) gelegen in de Leuvenstraat te Antwerpen.

De eeuwige twijfelaar verwijzen wij gaarne naar de infosessie op 29 september om 19u in het auditorium van het M KHA. Het gereserveerde pakket kunt u bekomen door op 26 november tussen 11 en  16 uur aan het Museum der Hedendaagse Kunst te posteren.

Dank voor uw aandacht.

Twee (heel) groene gevels

Tijdens mijn dagelijkse wandelingen in de buurt (zie hier), kom je wel eens wat tegen. Indrukwekkende geveltuinen bijvoorbeeld. Of wat dacht je van deze geveltuin gone wild?

geveltuin2Zo blijft je huis wel lekker fris in de zomermaanden.

En wat denk je van deze uit de kluiten gewassen wisteria?

geveltuin1

Ideaal om onder te schuilen tijdens een regenbui, toch?

Bewaren

Wonderlijk wild in de tuin

Natuurpunt en Velt, twee organisaties die zich inzetten voor meer biodiversiteit, lanceerden dit jaar samen de campagne ‘Wonderlijk wild’. Ze selecteerden 11 stappen om van je tuin een plek te maken waar dieren en planten zich thuis voelen.

Ik denk dat onze stadstuin best goed is voor de biodiversiteit, maar hoe scoren we nu echt op de schaal van Wonderlijk wild?

1. Maak een vijvertje.

Daar heb je het al. Geen vijver te bespeuren in onze tuin. Een beetje wegens plaatsgebrek, een beetje omdat ik vrees dat water in de tuin muggen aantrekt. Het eerste argument is niet echt terecht, zo zag ik op Pinterest:

vijverideeAls iemand me kan overtuigen dat het met die muggen ook wel meevalt, zal ik het misschien overwegen.

2. Kweek bessen, groenten of kruiden.

Check, check en check! Wie deze blog kent, weet dat we hier zeker op scoren. Zo staan er op dit moment lavas, mosterdblad, framboos, Japanse wijnbes, rode uien, lycheetomaten en erwten.

3. Plant een boom, struik of klimplant.

Check, check en check! Een tijd geleden hebben we de vreselijke slangenden omgehakt, maar ondertussen staat er weer een boom(pje) in onze tuin: een vijg die we in een pot kweken. Iets compacter en vriendelijker dan die grote prikboom. Daarnaast staat er een mooie hortensiastruik, nog een cadeautje van de vorige eigenaars en hebben we clematis, wilde wingerd en blauwe regen gepland die tegen de muur klimmen.

De bloemen van blauwe regen ruiken echt geweldig.

De bloemen van blauwe regen ruiken echt geweldig.

4. Laat bladeren liggen.

Check! Een onderhoudsvriendelijke tip die ik al jaren toepas. Dode bladeren zijn uiteraard heel goed voor de bodem, maar ook voor de fauna in je tuin. Veel egels zul je bij ons niet zien (of ze moesten plots over muren kunnen klimmen), maar toch is er best veel leven te bespeuren tussen het plantenafval.

5. Composteer je afval.

Check! Onze wormenbak doet het, na een valse start, heel goed.

6. Maak een tipi.

Leuk idee, maar waar in onze tuin zou ik daar nog een plek voor moeten vinden? Of telt de constructie die we voor onze erwten bouwden ook?

Ok, een echte tipi is het niet.

Ok, een echte tipi is het niet.

7. Bouw een thuis voor dieren.

Check! Zoals ongeveer alle tuiniers hebben we ook een insectenhotel. De onze zou hommels, bijen en lieveheersbeestjes moeten aantrekken, al is het voorlopig nog heel rustig in het hotel.

8. Maak een blotevoetenpad.

Wie heeft er een pad nodig als je tuin zo klein is als de onze? Het is ofwel terras ofwel moestuin- en bloemenborder en dus helaas geen plek voor een paadje. Ik loop wel graag met blote voeten op het terras, maar dat zal niet genoeg zijn voor een extra punt.

9. Plant een haag.

Nope, niet bij ons. Als we de betonplaten weghalen die we met de buren delen, zakken onze tuinen in vanwege het grote hoogteverschil. Buiten katten moeten we toch geen grote dieren als egels of kikkers verwachten in deze ommuurde tuinen. Helaas pindakaas!

10. Bloemen, bloemen, bloemen.

Check! We proberen (bijna) het jaar rond bloemen te zien in onze tuin. Het begint meestal met de blauwe druifjes en eindigt met de sedum.

In het najaar bloeit de sedum.

In het najaar bloeit de sedum.

11. Laat van je horen.

Check! Op de Ecotuindagen van Velt heb ik mijn formulier gedeponeerd in de doos, maar je kan het ook online doorsturen.

Score: 7/11

Persoonlijk vind ik de score niet slecht voor een kleine stadstuin. Het kan altijd nog beter. Misschien toch eens nadenken over een vijver(tje).

Hoeveel scoor jij?

Verborgen tuinen in Rotterdam

Gisteren trokken het lief en ik op daguitstap naar Rotterdam. De Euromast, Museum Boijmans Van Beuningen en de Kubuswoningen lieten we links liggen. In plaats daarvan bezochten we 8 van de ruim 90 tuinen die meededen aan ‘Verborgen Tuinen’.

Het evenement wordt al voor de 15de (!) keer georganiseerd om stadsbewoners te inspireren om met groen aan de slag te gaan en is een manifest tegen de verstening van voor- en achtertuinen.

De deelnemende tuinen liggen verspreid over de hele stad.

Een plattegrond van de deelnemende tuinen.

Via de website hadden we vooraf een plannetje uitgeprint en een selectie gemaakt. Niet simpel, maar uiteindelijk kozen we voor een aantal huizen uit de route ‘Midden’: onder andere de Dakakker en de Omscholing, waarover ik later zal schrijven.

Uiteindelijk belanden we ook nog bij 5 tuinen in Kralingen, een chique wijk in het oosten van de stad. Ook daarover later meer. Eerst neem ik je mee naar een kleine stadstuin in het westelijke deel van de stad.

Ondanks de bescheiden oppervlakte, was er nog plek voor een speelhoekje.

Ondanks de bescheiden oppervlakte, was er nog plek voor een speelhoekje.

De tuin zal qua oppervlakte niet veel groter zijn dan onze tuin (die ongeveer 24m² is) en loopt in een L-vorm achter het huis. Hoge bomen rondom brengen veel privacy en zorgen tegelijkertijd ook voor schaduw. Logisch dat er veel schaduwminnende planten staan, zoals vinca minor (klein maagdenpalm),  verschillende hostasoorten (bijvoorbeeld hosta sieboldiana ‘Elegans’) en alchemilla mollis (vrouwenmantel).

Wat me vooral verraste was de hoeveelheid bomen op zo’n kleine oppervlakte: een paar magnolia’s, een vijgenboom, twee appelbomen en prunus (Japanse kers).

Klimhulp uit inox voor de framboos.

Klimhulp uit inox voor de framboos.

Wat wij vooral van deze tuin onthouden waren twee manieren om klimhulp te voorzien. De blauwe druif werd gesteund door wapeningsijzers (of betonstaal). De framboos werd geleid met een kabel uit inox. Handig!

De omkasting voor de druif.

De omkasting voor de druif.

Het moestuinhoekje bestond uit twee bloembakken aan de muur bevestigd in een zonnig hoekje. Of ze veel broccoli kunnen oogsten, betwijfel ik, maar het is wel een goede oplossing voor een kruiden- of slahoekje.

Aan de muur moestuinbakjes met onder andere tomaat en broccoli van de Albert Heijn.

Aan de muur moestuinbakjes met onder andere tomaat en broccoli van de Albert Heijn.

Wordt vervolgd…

Tuin in de stad Madrid

Het leukste aan een stad voor de derde keer te bezoeken, is dat je (eindelijk) de toeristische plekken links kunt laten liggen. Geen Puerta del Sol of het koninklijk paleis voor ons deze keer, maar terrasjes doen in Lavapiés en lezen in het gras van park El Retiro. Geen Pradomuseum, maar wel een wandeling in de Botanische tuin ernaast.

De botanische tuin, een plek om uren in rond te lopen.

De botanische tuin, een plek om uren in rond te lopen.

Madrid me gusta! De Stad van de Bomen (al hoor ik dat Valencia dezelfde titel claimt) en de plek waar een van mijn favoriete mensen in de wereld woont. Hoewel het er in de winter best ‘koud’ kan zijn (of wat Spanjaarden koud vinden met temperaturen tussen 0 en 13°C, watjes), leven de Madrilenen de rest van het jaar voornamelijk buiten.

Een bloementapijt in het Retiropark.

Een bloementapijt in het Retiropark.

In de zomer klimmen de temperaturen makkelijk over de 30°C. Geen wonder dat de brede lanen en parken vol bomen staan. De beste tijd voor een bezoek is in het voorjaar, wanneer de stad barst van het groen. Heerlijk!

Brede boulevards, omzoomd met bomen.

Boulevard aan het Prado, omzoomd met bomen.

Verkoeling vind je bijvoorbeeld in het uitgestrekte Casa de Campo, een park van 17,5 km² (!!) groot ten westen van het centrum. Of in het Retiropark, het Central Park van Madrid. Sinds een paar jaar heeft Madrid ook zijn eigen Ringland: een park bovenop een overkapt stukje ringweg, al is mijn Spaanse vriend maar matig enthousiast. Te weinig bomen, luidt het verdikt… Rotverwend, die Madrilenen.

Hoezo, te weinig bomen?

Hoezo, te weinig bomen? Hier doen we in Antwerpen een (spreekwoordelijke) moord voor.

Hoewel mensen vooral buiten leven, lijkt het (moes)tuinieren in de stad nog maar net in opkomst. Sommige balkons zijn behangen met planten, maar op de meeste staat slechts een airco te draaien.

Een balkonjungle in Lavapiés

Een balkonjungle in Lavapiés

En in de hele stad is er nog maar een verticale tuin te vinden. Nochtans kan een plantenmuur in de zomer de nodige verkoeling brengen aan de bewoners. Ik kan me wel voorstellen dat de investering erg hoog is en het onderhoud van zo’n tuin ook niet mis zal zijn.

Een verticale muur aan Caixa Forum.

Een verticale tuin aan Caixa Forum.

De verticale tuin tegenover het Pradomuseum is niet zo indrukwekkend als de geveltuin van musée du quai Branly, maar who cares? Het blijft fascinerend om zo’n plantenweelde te bekijken.

Ook geweldig is de tropische tuin in het treinstation Atocha.

Ook geweldig is de tropische tuin in het treinstation Atocha.

Morgen leid ik je rond in een sympathieke samentuin in de wijk Lavapiés en overmorgen neem ik je mee naar een dakmoestuin in de chicste wijk van de stad.

Jaaroverzicht deel II

Als je me vraagt wat ik zou kiezen – zee of bergen – dan antwoord ik: de stad! Een stad aan zee of in de bergen is ook goed. Het (bijna) afgelopen jaar had ik het geluk om een paar steden te bezoeken.

London, baby!

parkLonden bezocht ik met een vriendin die zeven maand zwanger was van een tweeling – wat elf maand zwanger betekent in eenlingjaren. Hoewel de lente nog maar net kwam kijken, was het verrassend hoe groen Londen wel is! Tot in de underground toe hangen bloembakken. Ondanks de reputatie van regenachtige stad, scheen de zon en konden we parken, samentuinen en zelfs een stadsboerderij bezoeken.

Paris, cheri!

Met twee andere vriendinnen trok ik naar de lichtstad waar we onder andere de meest epische geveltuin ooit zagen, vlakbij de Eiffeltoren nog wel. La promenade plantée, een stadspark op een voormalig spoorwegtraject, was het zoeken waard. Het fietsdeelsysteem in Parijs is trouwens bijna net zo handig als dat van Antwerpen.

Helsinki, poika!

fin1Helsinki zal altijd een speciaal plekje in mijn hart hebben. Ooit studeerde ik er even en een van mijn beste schoolvriendinnen woont er nog steeds. In de winter lijkt de stad in een winterslaap te sukkelen, maar de Finnen maken het goed zodra de eerste sneeuw smelt! Er wordt dan ook getuinierd alsof ze maar vijf maanden in een jaar hebben. Wat ook ongeveer het geval is, geloof ik. Het Finse gebrek aan territoriumdrang is een verademing en er wordt heel wat geëxperimenteerd, zoals in de draaitafeltuin van Dodo.

Hopelijk kan ik in 2015 nog meer groen gaan ontdekken in de stad. Onder andere Gent staat op het verlanglijstje, want je moet het niet altijd ver gaan zoeken. En misschien Madrid, zeker nu ik ontdekt heb dat ze daar ook aan geveltuinieren doen. Chula!

Morgen een overzicht van een paar leuke samentuinprojecten die ik in 2014 bezocht. Fijne feesten!

Geveltuin: tweede poging

Met spijt in het hart moet ik jullie melden dat onze kamperfoelieplant het niet gehaald heeft. Het jarenlange vandalisme, het chronische tekort aan water (mea culpa) en een mysterieuze schimmelziekte hebben onze gevelplant de das om gedaan.  Na consultatie met de raad van Wijzen werd de kamperfoelie op een koude herfstdag een kopje kleiner gemaakt.

Het rijk van de kamperfoelie is uit.

Het rijk van de kamperfoelie is uit.

De geveltuin is dood, lang leve de geveltuin!

De klimhortensia waakt over zijn rijk.

De troonopvolger

Waar ooit de kamperfoelie sierlijk slingerde, prijkt nu een frisgroene klimhortensia. Ik beloof hierbij plechtig de dorstige (plant) te laven. Vandalen worden verzocht zich ver te houden van deze plant. Dat de hortensia rechtvaardig over onze gevel mag regeren.

Tuin in de stad Parijs

Ook in Parijs is het lente. De stad kleurt geraniumrood en klimopgroen, comme c’est joli! Ik deel graag een paar groene foto’s van mijn blitzbezoek aan de Lichtstad…

De indrukwekkende geveltuin van musée du quai Branly

De indrukwekkende geveltuin van musée du quai Branly

Mocht je van plan zijn om binnenkort een selfie te gaan nemen aan de Eiffeltoren, raad ik je aan om daarna even de hoek om te lopen naar het musée du quai Branly. Dit etnografische museum heeft niet alleen een gigantische (18.000m²!) – en dankzij enorme glazen wanden – verrassend stille tuin, ook de geveltuin is absoluut de moeite.

Een muur van 200 meter lang en 12 meter hoog (volgens Wikipedia) is bedekt met planten, zoals hosta’s, campanula en varens.

Musée du quai Branly

Musée du quai Branly

Een andere tip is de Promenade Plantée, soms ook Coulée Verte genoemd. Dit is een verhoogd park dat aangelegd werd in 1994 op een verlaten negentiende-eeuws spoorwegviaduct. Parijs was daarmee de eerste stad die een verhoogde spoorweg omvormde tot park.

La Promenade Plantée

La Promenade Plantée

Een deel van het traject loopt ongeveer ter hoogte van de derde verdieping doorheen het 12e arrondissement. Er is ook een lager gelegen gedeelte dat tussen huizenblokken klieft.

La promenade plantée

La promenade plantée

Het park loopt nu van de Bastille Opera tot aan de oostgrens en is net geen 5 kilometer lang. Zeker op een zonnige lentedag is dit een fijne wandeling voor veel Parijzenaars en toeristen.

Rozen in la Promenade Plantée

Rozen in la Promenade Plantée

Bordje bij een geveltuin van een restaurant.

Hier tuiniert men!

Een beetje kleur

Terwijl we nog wachten op de bladeren en bloemen van onze klimplanten, heb ik de kale muur achter in onze stadstuin toch al wat kleur gegeven – zonder een verfborstel boven te halen. Hoe? Met hangpotjes natuurlijk!

Het begint al bij de bloempot zelf. Smaken verschillen maar ik ben fan van onze lentegroene potjes. Daarnaast heb je nodig:

  • een plantje of wat zaad
  • potgrond
  • hydrokorrels, ook wel (geëxpandeerde) kleikorrels genoemd

Belangrijk is dat je kijkt of de bloempot water kan doorlaten. De meeste bloembakken en -potten uit de winkel zijn waterdicht. Als je jouw plant niet wil verzuipen (en ik spreek hier uit ervaring), boor dan een gaatje (of twee) in de bodem van de pot.

In deze bloempot boorde ik een gat zodat het overtollige water weg kan.

In deze bloempot boorde ik een gat zodat het overtollige water weg kan.

Als je met een plantje werkt (en niet gaat zaaien), dompel dan de plant met plantenpot (het potje dat je samen met de plant kocht) in een emmer water of giet er een stevige geut water overheen. Op deze manier kan je zo meteen het plantje veel gemakkelijker uit de plantenpot halen en is het voor de plant zelf ook eenvoudiger om straks zijn wortels uit te slaan in de bloempot.

Vul de bloempot vervolgens met een laag kleikorrels. Deze zorgen voor een betere drainage.

Je zou de korrels ook met je potgrond kunnen mengen. Op deze manier  houden de korrels het vocht vast en zorgen ze ervoor dat de grond luchtig blijft, wat goed is voor de wortels van de plant.

Een laag hydrokorrels onderaan de pot zorgt voor een betere drainage.

Een laag hydrokorrels onderaan de pot zorgt voor een betere drainage.

Daarna vul je de pot met grond en het plantje (of zaad). Nog een guts water erover en je bent klaar!

Klaar!

Klaar!