Meer dan de som der delen

Zoals de trouwe lezer van deze blog weet, vertoefde ik afgelopen weekend in Rotterdam. Op het programma stond onder andere een bezoek aan een oude schoolvriendin die jaren geleden Antwerpen verruilde voor de Randstad. Nele kocht drie jaar geleden een woning op Katendrecht, een Rotterdams schiereiland gelegen tussen de Rijnhaven en Maashaven, ook wel bekend als de thuisbasis van Japie en Arie. Nele’s huis maakt deel uit van een oud gebouwcomplex dat opgedeeld werd in verschillende woningen zoals alleen Nederlanders dat kunnen. Ook over de buitenruimte werd hard nagedacht. Uiteindelijk kwam men met de volgende regeling:

  • elke bewoner van een benedenverdieping heeft toegang tot een kleine privé tuin (ik zeg klein, maar de tuinen zijn groter dan de onze);
  • elke bewoner van een bovenverdieping heeft toegang tot een klein dakterras (waar Nele zelfs kippen houdt, how cool is that?);
  • alle bewoners mogen gebruik maken van een grote gemeenschappelijke tuin.
N. leidt ons rond in de gemeenschappelijke tuin.

Nele leidt ons rond in de gemeenschappelijke tuin.

De samentuin in vogelperspectief. Linksonder zie je ook enkele privé tuinen.

De samentuin in vogelperspectief. Linksonder zie je ook enkele privé tuinen.

Wat opvalt, is de openheid van de tuinen. De privétuinen zijn slechts door een paadje afgesneden van de rest van de tuin. De tuinen bevinden zich op de binnenplaats van een huizenblok en zijn niet toegankelijk voor niet-bewoners. De bewoners komen een keer per maand samen om in de tuin te werken. Je bent niet verplicht om mee te doen, maar er is wel wat sociale druk om je steentje bij te dragen. Ik was helemaal weg van het ontwerp. Er zijn verschillende hoeken en kanten aan de tuin die allemaal een eigen karakter hebben. Zo is er een speelhoek met schommel, een zitplaats waar je rond de vuurmand kan zitten, een kruidenhoek, een grasveld en een serre.

Een gezellig hoekje aan de appelboom.

Een gezellig hoekje aan een van de appelbomen.

Twee stappen verder heb je weer een andere kijk op de tuin.

Twee stappen verder heb je weer een andere kijk op de tuin.

Als ik de tuin in een woord zou omschrijven, zou dat ‘spontaan’ zijn. Paden slingeren doorheen de tuin en in de bloembedden kweekt men ook kruiden en groenten. Kortom, een heerlijke speelparadijs voor stadskinderen en een ideale plek om je buren te leren kennen. Misschien toch maar eens aan onze buren vragen of ze de tuinafsluitingen willen neerhalen?

Slome Japie en Blonde Arie

Een tijdje geleden schreef ik er al over, maar afgelopen weekend heb ik hen eindelijk in levende lijve gezien! Slome Japie en Blonde Arie zijn twee varkens die leven op een braakliggend terrein in Katendrecht, een Rotterdamse wijk. Ooit zal er een imposant huizencomplex gebouwd worden, maar in afwachting daarvan kunnen Japie en Arie rustig in de modder blijven rollen.

Zijn ze niet schattig?

Zijn ze niet schattig?

Het Varkenshuisproject is bedacht door Elles Kiers en Sjef Meijman. De varkens leven van de voedselresten van de lokale gemeenschap. Na een jaar worden ze dan geslacht en opgegeten door dezelfde mensen die ze eten gaven.

Het speelterrein van de varkens.

Het speelterrein van de varkens.

En daar knelt plots het schoentje. Sommige buurtbewoners zijn ondertussen zo gehecht geraakt aan de dieren dat ze een petitie hebben opgestart om hen in leven te houden.

Wat vind jij? De pan in of niet?

Elke helpende buurtbewoner mag zichzelf voorstellen.

Elke helpende buurtbewoner mag zichzelf voorstellen.

Naast het varkenshuis ligt een kleine moestuin die onder andere door buurtbewoners van Chinese afkomst bewerkt wordt.

Naast het varkenshuis ligt een kleine moestuin. Omdat er veel bewoners van Chinese afkomst meedoen, staat het vol ongewone planten en leuke weetjes.

Varkensboeren

Stadslandbouw is hip. Steeds meer stadsbewoners kweken tomaatjes en kruiden, houden kippen en ruilen pompoenzaden en stekjes.

Wie teelt op zijn terras of balkon, in zijn stads- of volkstuin, doet dat puur voor het plezier en vooral voor eigen gebruik. Zelf vind ik dat het veel voldoening geeft om je eigen groenten en kruiden op je bord te zien. En je helpt het milieu een handje: niet alleen door meer groen in de stad te voorzien, maar ook de transportkosten van je eten te verlagen. Zeg nu zelf, bieslook uit Ethiopië is toch een beetje gek, niet?

Onze noorderburen gaan nu nog een stap verder met het Varkenshuisproject. Buurtbewoners zorgen een jaar lang voor twee varkens. De dieren leven op een omheind stukje grond midden in de bebouwde kom en worden gevoerd met de voedselresten die buurtbewoners leveren. Dat kan bijna alles zijn, behalve vlees of vis, rauwe uien en citrusvruchten.

Het project versterkt niet alleen de lokale gemeenschap – sociale cohesie zoals dat heet – maar laat de mensen nadenken over de herkomst van het eten. Want een niet onbelangrijk detail: na een jaar worden de varkens geslacht en tijdens een buurtfeest smakelijk (?) door de omwonenden verorberd.

Als overtuigd vegetariër vind ik het eigenlijk wel positief dat mensen zo (hopelijk) wat meer stilstaan bij hun vleesconsumptie. Het lapje vlees uit de supermarkt wordt (vooralsnog) niet in een laboratorium gekweekt, maar zijn echte dieren (geweest).

In Rotterdam zorgen buurtbewoners van de wijk Katendrecht voor Slome Japie en Blonde Arie. Buurtbewoonster Lot Piscaer houdt daarover een blog bij.

De avonturen van Vlekkie en Spekkie in Tilburg zijn dan weer te vinden via Facebook.