Katten kunnen een echte plaag zijn voor de stadstuin. Vooral als ze met te veel op een te klein stukje grond zitten en er geen enkele (!) de kattenbak gebruikt.
In april vertelde ik al over ons kattenprobleem en testte ik een paar manieren uit om onze tuin kattenkakvrij te houden. Geen enkel middel kon ik als dé oplossing aankondigen, daarom testte ik nog een aantal zaken:
– dennenappels. Wij hebben een grote slangenden in onze tuin staan waarover de meningen verdeeld zijn (kuch spuuglelijk kuch). De takken en vruchten van de boom gebruik ik regelmatig als afschrikmiddel. Voordeel: werkt prima om katten uit bloempotten te weren. Nadeel: het heeft minder effect op de rest van de tuin.
– groeifolie. Omdat onze tuin nog niet volledig begroeid is, is het voor de katten heel erg eenvoudig om een geschikt plekje te vinden voor hun behoeftes. Op de hele kale stukken hebben uit pure wanhoop groeifolie gelegd dat ik vastzet met satéprikkers. Voordeel: katten kunnen geen kuiltje graven. Nadeel: voornamelijk op esthetisch vlak. En het is belangrijk om de folie regelmatig even weg te halen om de grond niet te laten beschimmelen, maar het onkruid ondervindt in ieder geval geen hinder.
– citroenschillen. Naar het schijnt houden katten niet van citroengeur. Een tip was dan ook citroenschillen in de tuin te verspreiden. Voordeel: euhm, moet ik even over nadenken. Meer ruimte in de groenbak? Nadeel: het is niet alleen geen zicht, zo’n rottende citroenschil, de katten waren ook absoluut niet onder de indruk.
– planten met citroengeur, zoals daar zijn: citroenmelisse en citroengeranium. Voordeel: deze planten houden muggen weg en zijn een aanwinst voor de tuin. Nadeel: het is moeilijk te zeggen of het ook echt tegen katten werkt. Het leek een tijdje of de katten wegbleven, maar vanochtend vond ik een vers kakje op (!) onze campanula. (Nu graven ze zelfs geen kuiltjes meer…)
– lavendel. Nog zo’n geur waarvan katten niet echt houden. Voordeel: ze blijven uit de bloempot met lavendel zonder dat ik er satéprikkers of dennenappels in moet leggen. Als je ze een beetje strategisch naast de munt plaatst (een geur waar ze wel van houden), blijven ze weg. Nadeel: echt ver reikt het effect niet.
– koffiegruis. Een tip van een lezer. Je strooit koffiegruis in de tuin. Het idee is dat katten uiteindelijk wegblijven, omdat ze het niet leuk vinden om de koffie van hun pootjes te likken. Zelf laat koffie mij koud, maar gelukkig heb ik een stevige drinker in huis die me van koffieprut kan voorzien. Voordeel: koffiegruis kan je als bodemverbeteraar gebruiken, want het bevat magnesium, fosfor, kalium en koper die ideaal zijn voor bladgroei. Ons slakkenprobleem lijkt ook opgelost. En de katten? Die bleven weg als er pas gestrooid was. Nadeel: een regenbui later keerden de katten terug.
De belangrijkste les blijft dat wanneer een kat hoognodig moet, het niet zal twijfelen – ondanks alle ontradingsmiddelen – om zich goed te laten gaan in de tuin.
Toch wil ik gerust nog wat dingen uitproberen, zoals cacaodoppen. Andere tips zijn nog steeds welkom!
Tuin in de stad 