Op het eerste gezicht – december 2013

Sinds juli dit jaar neem ik elke eerste dag van de maand een foto van onze tuin. Het idee voor de rubriek ‘Op het eerste gezicht’ komt van blogger Anne Tanne.

Onze tuin op 1 december 2013

Wat er de laatste maand gebeurd is in de tuin? Niet bijster veel, eerlijk gezegd.

De enige tuintaak waarmee ik me in november bezig hield was regelmatig de kattenkak wegscheppen. Ja hoor,  de monsters zijn terug. Nu we zelf veel minder in onze tuin zitten, hebben de vier buurtkatten het territorium weer ingepalmd.

In de lente probeerde ik nog tal van middeltjes uit om katten uit de tuin te weren (klik, klik). Op dit moment houd ik het bij koffiegruis strooien. Ik zit aan de bron met een lief die op het zwarte goedje leeft en ik beeld me in dat het toch een beetje helpt.

Een oude bekend op deze foto is onze slangenden. Ja hoor, hij leeft nog. Niet meer voor lang, durf ik nu te zeggen, want de afspraak met de ‘boomverzorger’ ligt vast!

Benieuwd naar onze tuin in november, oktober, september, augustus en juli?

Kattenkwaad II

Katten kunnen een echte plaag zijn voor de stadstuin. Vooral als ze met te veel op een te klein stukje grond zitten en er geen enkele (!) de kattenbak gebruikt.

In april vertelde ik al over ons kattenprobleem en testte ik een paar manieren uit om onze tuin kattenkakvrij te houden. Geen enkel middel kon ik als dé oplossing aankondigen, daarom testte ik nog een aantal zaken:

– dennenappels. Wij hebben een grote slangenden in onze tuin staan waarover de meningen verdeeld zijn (kuch spuuglelijk kuch). De takken en vruchten van de boom gebruik ik regelmatig als afschrikmiddel. Voordeel: werkt prima om katten uit bloempotten te weren. Nadeel: het heeft minder effect op de rest van de tuin.

– groeifolie. Omdat onze tuin nog niet volledig begroeid is, is het voor de katten heel erg eenvoudig om een geschikt plekje te vinden voor hun behoeftes. Op de hele kale stukken hebben uit pure wanhoop groeifolie gelegd dat ik vastzet met satéprikkers. Voordeel: katten kunnen geen kuiltje graven. Nadeel: voornamelijk op esthetisch vlak. En het is belangrijk om de folie regelmatig even weg te halen om de grond niet te laten beschimmelen, maar het onkruid ondervindt in ieder geval geen hinder.

– citroenschillen. Naar het schijnt houden katten niet van citroengeur. Een tip was dan ook citroenschillen in de tuin te verspreiden. Voordeel: euhm, moet ik even over nadenken. Meer ruimte in de groenbak? Nadeel: het is niet alleen geen zicht, zo’n rottende citroenschil, de katten waren ook absoluut niet onder de indruk.

– planten met citroengeur, zoals daar zijn: citroenmelisse en citroengeranium. Voordeel: deze planten houden muggen weg en zijn een aanwinst voor de tuin. Nadeel: het is moeilijk te zeggen of het ook echt tegen katten werkt. Het leek een tijdje of de katten wegbleven, maar vanochtend vond ik een vers kakje op (!) onze campanula. (Nu graven ze zelfs geen kuiltjes meer…)

– lavendel. Nog zo’n geur waarvan katten niet echt houden. Voordeel: ze blijven uit de bloempot met lavendel zonder dat ik er satéprikkers of dennenappels in moet leggen. Als je ze een beetje strategisch naast de munt plaatst (een geur waar ze wel van houden), blijven ze weg. Nadeel: echt ver reikt het effect niet.

– koffiegruis. Een tip van een lezer. Je strooit koffiegruis in de tuin. Het idee is dat katten uiteindelijk wegblijven, omdat ze het niet leuk vinden om de koffie van hun pootjes te likken. Zelf laat koffie mij koud, maar gelukkig heb ik een stevige drinker in huis die me van koffieprut kan voorzien. Voordeel: koffiegruis kan je als bodemverbeteraar gebruiken, want het bevat magnesium, fosfor, kalium en koper die ideaal zijn voor bladgroei. Ons slakkenprobleem lijkt ook opgelost. En de katten? Die bleven weg als er pas gestrooid was. Nadeel: een regenbui later keerden de katten terug.

De belangrijkste les blijft dat wanneer een kat hoognodig moet, het niet zal twijfelen – ondanks alle ontradingsmiddelen – om zich goed te laten gaan in de tuin.

Toch wil ik gerust nog wat dingen uitproberen, zoals cacaodoppen. Andere tips zijn nog steeds welkom!

Kattenkwaad

Mijn minst favoriete werkje in de tuin? Dat is met voorsprong op 1 kattenuitwerpselen ruimen.

Een typisch probleem van de stadstuin, vrees ik. Bij ons lopen er bijvoorbeeld vier buurtkatten rond. Hun territorium beperkt zich tot vier stadstuintjes en een paar daken. Niet veel plek voor drie katers en een kattinnetje. Zelfs de platte daken blijven er niet van gespaard.

Daarbij heeft minstens een kat (waarschijnlijk zelfs twee) geen baasje. De andere katten weigeren volgens hun eigenaars op de kattenbak te gaan. Het is dan niet verwonderlijk dat ik nooit zonder handschoenen kan tuinieren, om het maar deftig te zeggen. De geur op een warme zomerdag moet je er maar bij denken…

Toen we pas verhuisden, was ik nog blij met die buurtpoezen. Je zou het misschien niet zeggen, maar eigenlijk ben ik stiekem een kattenmens. De kater van de buren kwam ons meteen begroeten en liet zich gewillig aaien. Heerlijk!

Maar algauw bleek dat onze tuin zwaar te verduren kreeg. Het is niet alleen een gigantische kattenbak voor deze poezenbeesten, maar ook nog eens een perfecte plek om onderlinge vetes uit te vechten.

Dus ondernam ik actie! Dé succesformule moet ik nog vinden, maar ik kan wel mijn ervaringen delen over deze maatregelen:

– stokjes in de tuin planten. Het is al even belachelijk als het klinkt, maar ik had het ergens op een website gelezen en het leek me wel een simpel plan. Voordeel: het is inderdaad simpel: je steekt overal lange satéprikkers in de grond, zodat de kat geen plek ziet om zijn kont neer te planten. Nadeel: je hebt enorm veel stokjes nodig en het ziet er niet uit. Resultaat: geen, de kat loopt de stokjes gewoon omver. Ik geef het nog wel een kans om katten te ontmoedigen zich te nestelen in een bloempot of -bak.

– peper strooien. Had ik ook ergens gelezen, maar blijkbaar niet zo grondig, want ik dacht eerst dat je peperbollen moest strooien. Uiteindelijk wees een collega mij erop dat het gemalen peper moest zijn, waarvoor dank. Voordeel: misschien komen er binnenkort peperplantjes uit, haha. Nadeel: geld- en tijdverlies. En je staat daar wel een beetje belachelijk met je pepermolen in de tuin. Resultaat: nougatbollen. Allez ja, moesten het nu nog nougatbollen zijn…

– Cat Away. Na twee mislukte experimenten repte ik me naar de tuinspeciaalzaak voor professioneel gerief. Voordeel: zeer eenvoudig te gebruiken: je strooit het antikattenpoeder alsof je een gigantische salade kruidt. Nadeel: met de eerste regen (en die valt in ons kikkerlandje regelmatig) is het poeder weg. En alvast een buurkat was niet echt onder de indruk, maar kwam zelfs nieuwsgierig snuffelen. De mensen daarentegen vonden de stevige lookgeur maar niets. Resultaat: noppes, katten vinden onze tuin, net als wij, veel te gezellig.

– water sproeien. Katten en water, het zullen nooit dikke vriendjes worden. Voordeel: een vrij onschuldig trucje: met een plantenspuit besproei je de op heterdaad betrapte kat. Kattenopvoeding, quoi. Nadeel: je moet de kat op heterdaad betrappen. Resultaat: werkt prima als je in de tuin kampeert, maar zodra de kat van huis is, dansen de muizen. Waarbij de muizen in dit geval de katten zijn. Volgt u nog?

Staat er nog op het programma: citroenschillen, lavendel en dennenappels. Wordt vervolgd!

Heb je nog tips voor mij? Zwier ze maar in de comments. Zolang mijn budget, technische kennis en ethiek het toelaat, test ik ze graag voor je uit!

Een van de oh zo schattige daders.