Lichtvervuiling beïnvloedt bijen zelfs overdag

Wereldwijd is bijna 19% van alle landoppervlak (op Antarctica na) blootgesteld aan kunstlicht. Uit een nieuwe Zwitserse studie blijkt dat de invloed van lampen zelfs overdag doorwerkt.

De Zwitserse wetenschappers onderzochten hoe kunstlicht het bestuivingsproces verstoord. Daarvoor plaatsten ze verlichtingspalen in zes graslanden in de Vooralpen. Die graslanden vergeleken ze met zes onverlichte graslanden in dezelfde regio. De onderzoekers gingen na welke insecten welke bloemen bezochten. Dat deden ze voor 21 plantensoorten en 3 bestuiversgroepen: vliegen, bijen en kevers.

De verschillen tussen de verlichte en onverlichte graslanden waren verrassend. In de verlichte graslanden kregen 3 plantensoorten, waaronder moerasspirea en echte valeriaan, opvallend minder bestuivers op bezoek. Wilde peen kreeg als enige plant net meer bezoekers. Bij andere planten veranderde de bestuiversgroep. In verlichte graslanden kreeg de bosooievaarsbek bijvoorbeeld minder vliegen over de vloer, maar meer kevers.

De redenen daarvoor zijn minder duidelijk. Eerder onderzoek toonde al aan dat sommige planten bij kunstlicht minder bloemhoofdjes of minder geuren produceren. Daardoor zijn de planten minder aanlokkelijk voor bestuivers. Dat bestuiving bij bepaalde plantensoorten anders kan verlopen, heeft gevolgen voor de zaadzetting.

Wil je zelf opzoeken hoe erg het met de lichtvervuiling in jouw regio gesteld is? Dat kan je doen op deze interactieve kaart: https://lighttrends.lightpollutionmap.info/ 

Dit artikel verscheen eerder in het magazine Stadstuinieren (2021-03). Een nieuwe editie van het magazine ligt begin december in de krantenwinkel.

Het slimste dak van ’t stad

Of je nu gelooft dat de mens de oorzaak is van de klimaatverandering of niet, je kunt er niet omheen dat het klimaat verandert. Dus moeten we doen wat wij als mens het beste kunnen doen: ons aanpassen. Klimaatrobuust zijn. Dat betekent in onze regionen dat we weerbaar moeten zijn voor hevigere onweders en langere droogteperiodes.

In onze tuin pas ik me al min of meer onbewust aan, door de borders groter te maken en het (betegelde) terras kleiner en door planten die veel water nodig hebben (onze hortensia) te vervangen door planten die droge periodes beter overbruggen zoals ijzerhard (verbena bonariensis).

Omdat in steden de buitenruimte beperkt en meestal verhard is, zoekt men naar creatieve manieren om straten, buurten en wijken klimaatrobuust te maken. En zo kom je al snel op het dak terecht.

De 3 testdaken op een rijtje

In Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen startte men bijna tegelijkertijd een experiment met ‘slimme daken’. Begin deze week bezocht ik zo’n slim dak in Antwerpen. Daar test KU Leuven 3 soorten groene daken. De daken zijn opgebouwd uit een substraatlaag tussen de 6 en 20 cm waarop planten groeien met daaronder een filter waarlangs het regenwater in de wateropslag terechtkomt.

Een doorsnede van de verschillende lagen.

Deze daken vangen regenwater op waarmee de planten worden geïrrigeerd (via een capillair systeem met wieken). Maar wat is er nu juist zo ‘slim’ aan? De technologie die erachter zit (of moet komen).

Bedoeling is dat slimme daken de riolering helpen ontlasten bij zware onweders die soms overstromingen veroorzaken. Door rekening te houden met de weersvoorspellingen zal het dak water gecontroleerd afvoeren: voor het onweer om voldoende plaats te maken voor de zware regenval en na het onweer, wanneer de rioleringen niet meer overbelast zijn.

Zo’n dak is ook heel goed voor de biodiversiteit.

Fancy! Natuurlijk red je met 1 slim dak de wereld of zelfs je straat niet. Pas wanneer er voldoende daken in dezelfde buurt dit systeem toepassen, kan je er overstromingen in de stad mee voorkomen. De onderzoekers hadden heel optimistisch berekend dat er 750.000m² plat dak beschikbaar is in het historische centrum van Antwerpen. Helaas moeten de daken het gewicht aankunnen van het platte dak. Ook de investeringskost voor zo’n dak is niet mals.

Maar ook zonder de achterliggende technologie kan je een dak klimaatrobuust maken. Stad Antwerpen lanceert daarvoor een bijzondere oproep. Maar lieve lezers, dat is voor een volgend blogbericht.

Airbezen: de resultaten

De resultaten van het Airbezenproject zijn binnen! Voor wie het nu in Keulen hoort donderen: in maart en april was ik een van de 700 vrijwilligers die een aardbeienplantje verzorgde in het kader van een groot onderzoek naar fijn stof in de stad. Daarover schreef ik deze blogpost.

De affiche van de campagne

De affiche van de campagne.

De Universiteit Antwerpen analyseerde de afgelopen maand alle staaltjes en lanceerde deze week haar rapport. De belangrijkste – maar misschien niet geheel onverwachte – conclusie is dat verkeer een directe invloed heeft op het fijn stof in de stad. Verkeersarme straten scoren veel lager op fijn stof dan drukke verkeersassen.

Wat ik wel een beetje verrassend vond: wie binnen de Ring woont, is niet meer blootgesteld aan verkeersvervuiling dan wie in de districten woont.

Klik op de kaart om ze in een groter formaat te bekijken.

Klik op de kaart om ze in een groter formaat te bekijken.

En ook leuk om te weten: mijn staaltje heeft de groene kleur gekregen, wat betekent dat het nog niet zo slecht gesteld is met het fijn stof in onze straat. Een straat met eenrichtingsverkeer, dat verklaart natuurlijk veel.

Meer info over het project en de resultaten kan je vinden op de website van Universiteit Antwerpen.