Wormenbak

In onze kleine stadstuin is er geen ruimte voor een composthoek of -vat. Gelukkig bestaat er nog een andere, veel compactere manier om te composteren: via een wormenbak.

Een wormenbak bestaat uit een aantal stapelbare, plastic bakken. Je kan al van start gaan met twee bakken en een deksel, maar hoe meer bakken, hoe meer groenteafval je kwijt kan en hoe meer compost je kan verzamelen.

Onze wormenbak

Een van de stapelbare bakken van onze wormenbak

In de bovenste bakken zitten gaten in de bodem. Via deze gaten kunnen de wormen naar boven of naar onder kruipen en kan het percolaat, het vocht dat door de wormen gemaakt wordt en (verdund!) ideaal is om je planten mee te bemesten, in de onderste bak opgevangen worden.

Via mijn vader kreeg ik een kant-en-klare wormenbak, maar je kan deze ook gemakkelijk zelf maken. Let dan wel op volgende zaken:

  • Maak voldoende gaten in de plastic stapelbakken (met uitzondering van de onderste bak natuurlijk)
  • De bakken en het deksel mogen geen licht doorlaten (wormen houden daar niet van)

De wormenbak werkt als volgt: je gooit je (ongekookt) groenteafval in de tweede bak (als je vanaf de onderste begint te tellen), totdat hij halfvol is. Vanaf dat moment vul je de derde bak, ook weer totdat hij halfvol is. Dan ga je naar de vierde,… totdat je bakken vol zijn en je weer onderaan kan beginnen.

Ondertussen doen de wormen zich te goed aan het afval en produceren bijna onmiddellijk percolaat, het bruine, geurloze goedje dat goede bemesting is voor planten. De rest van het groenteafval wordt langzaam (men spreekt over maanden) verwerkt tot het zwarte goud: compost.

Een dikke twee weken geleden heb ik onze wormenbak opgestart. Hoe dat in zijn werk ging, vertel ik binnenkort op deze blog. Ik zal hier sowieso af en toe een update geven over onze nieuwe huisdieren.

Wie niet zo lang op zijn honger kan blijven zitten, moet zeker deze brochure van OVAM eens lezen. Daarin vind je ongeveer alles wat je moet weten om er zelf aan te beginnen. Veel succes!