Tips voor een moestuin die écht opbrengt

Growing your own food is like printing your own money, zegt Ron Finley, zelfverklaard gangsta gardener in een TED talk die je zeker moet zien als je dat nog niet gedaan hebt.
Hoewel ik grote fan ben van Finley en zijn project, ben ik het niet helemaal eens met zijn bekende quote.
Je eigen voedsel kweken zou financieel kunnen opbrengen, maar dan moet je wel rekening houden met het volgende:

Koop zo min mogelijk zaaigoed, maar oogst zelf je zaden en ruil met andere tuiniers.

Maak zelf je potgrond met tuinaarde en eigen compost. Composteren in eigen tuin gaat je dus de aankoop van veel dure grondverbeteraars schelen.

Kies voor planten die ofwel duur zijn in de winkel (zowat alle bessen) of die je snel en compact kan telen (radijs, rucola) of die niet of amper te vinden zijn (komkommerkruid, Oost-Indische kers, bijzondere variëteiten van tomaten en courgettes)

En geef regenwater in plaats van kraanwater natuurlijk.

Als je tuiniert voor je portemonnee moet je dus geen aardappelen kweken in een zak potgrond uit de winkel en de plant vervolgens 7 maanden plaats laten innemen in je minituin. Maar omdat ik tuinier voor mijn plezier, ben ik heel blij met die 383 gram aardappelen die ik afgelopen herfst kon oogsten, ha!

Uien kweken

Begin maart plantte ik voor het eerst (rode) uien in onze tuin. Ik deel graag wat kweektips met jullie.

Je kan uien zaaien, maar omdat de kweek van sommige uien twee jaar duurt, raad ik beginnelingen (zoals mezelf) aan om te vertrekken van plantuitjes.

De beste plantuitjes zijn ongeveer zo groot als een hazelnoot. Plantuitjes die groter zijn hebben de neiging om door te schieten. Eventueel kan je deze te grote plantuitjes bij elkaar zetten op een kleinere afstand in de rij en ze al in een jong stadium eten als sla-uitje.

Plant de uien niet op een plek waar eerder prei, look, sjalot, erwt, labboon, wortelen en aardappelen stonden. Tussen twee uienteelten moet je ook vijf tot zes jaar wachten. Zo vermijd je aantasting door aaltjes, vliegen en schimmels.

Katten vinden uien leuk speelgoed.

Katten vinden uien leuk speelgoed.

Leg de plantuitjes voor het poten een poosje in het water, zo wortelen ze sneller. Doe je dat niet (zoals ik) dan plannen ze een ontsnapping uit de grond. Je duwt de uitjes best stevig in de grond en zo diep dat er bijna niets meer van te zien is.

Ik merkte ook dat de buurtkatten het bijzonder leuk vonden om de uien op te graven. Een eerste poging om ze te weren met stokken die ik in de grond prikte, mislukte. De tweede poging waarbij ik koffiegruis strooide, had meer succes.

Het loof komt kijken.

Het loof komt kijken.

Uien hebben geen bemesting nodig. Meer nog, dat is volledig af te raden omdat dit de uienvlieg aantrekt. De plant heeft wel extra kalium nodig om de bolvorming te versnellen. Je kan bijvoorbeeld houtasse of patentkali strooien.

Om de uienvlieg te weren, kan je vliegengaas spannen en ze samen telen met wortelen. Ga niet schoffelen of hakken om het onkruid weg te halen, zo kan je de ui beschadigen en komt er een geur vrij die de uienvlieg aantrekt. Eens de grond goed opgewarmd is, kan je mulchen tegen het onkruid. Je legt dan bijvoorbeeld een dunnen laag gazonmaaisel of houtcompost rond de uienplantjes.

Hier moet dringend gewied worden.

Hier moet dringend gewied worden.

Uien kweken is een werk van lange adem, zelfs als je start met plantuien. Na zo’n zes maanden in de grond, valt het loof van de ui plat en zal het beginnen opdrogen. Wacht tot 2/3 van het loof afgestorven is. Dat is het teken dat je de ui mag oogsten. Bij vochtig weer oogst je best vroeg om schimmelinfecties te vermijden.

Ik ben benieuwd of ik deze zomer mijn eerste rode uien kan oogsten! Heb jij zelf nog tips, dan hoor ik het graag.

Tomatenvrees

Ik weet niet waarom, maar van tomatenplantjes word ik eigenlijk een beetje zenuwachtig. Op zich zijn het brave gewassen – ze zeuren niet en gaan op tijd naar bed – maar ik schat de kans op mooie, rode tomaten van eigen kweek bijzonder laag in. Zo laag, dat ik me er eerst niet aan wou wagen. Noem het tomatenvrees of zo.

De eerste tomaatjes.

De eerste tomaatjes.

Toch kon ik vorige week niet weerstaan aan vrolijke dame die haar waren vol overtuiging aan de man bracht. Het scheelt ook dat het plantje er flink uitzag, met vele kleine bloemetjes en een gezonde kleur, en prima geschikt voor op het balkon of voor het raam.

Een balkon heb ik niet, maar wel een raam. En nu de zon ein.de.lijk. schijnt mag het plantje overdag zelfs lekker in de tuin. En – tadaa! – ineens groeien er tomaatjes aan!

Maar niet te vroeg gejuicht. Hieronder zet ik een paar dingen die ik na serieus onderzoek (met boeken uit de bib en al!) te weten ben gekomen over de tomaat.

  • Tomaten zijn kieskeurig. Liever dan normaal, fris water, zoals alle andere planten en ook wel de meeste mensen, verkiest het lauw water, zeker als je de plant in een serrekast houdt.
  • Tomaten zijn stille waters. Ze houden wel van water, bedoel ik, maar niet op hun bladeren. Water geef je aan de voet van de plant en dat mag best veel zijn, zeker bij droog weer. Het is ook beter om regelmatig water te geven dan een grote plens op verdroogde grond, want dan barsten de tomaten.
  • Tomaten hebben diepe gronden. Houd je tomaten in een pot, kies dan niet per se voor een groot maar vooral voor een diep exemplaar. Zo kunnen de wortels beter groeien.
  • Tomaten zijn dieven. Of nee, er groeien snel dieven aan. En dieven zijn een ander woord voor zijscheuten, ontdekte ik deze week. Omdat ze de energie van de plant stelen, moet je ze wekelijks wegnemen vanaf de bladoksel.
  • Tomaten zijn ijdel. Dode en gele bladeren moet je weghalen, zodat alle energie naar de tomaten kan gaan.
  • Tomaten zijn koukleumen. Ze houden niet van vorst. Hangen er nog onrijpe tomaten aan het plantje en de eerste vorst komt er aan (hopelijk pas ten vroegste eind juli, al weet je het nooit met dit weer) kan je paardenbloemen onder de rijpende vruchten strooien. De bloemen stimuleren het rijpingsproces.

Heb je zelf ook nog tips? Gooi het maar in de commentarenhoek, ik ruim het wel op.