Om even met een stereotype te beginnen: Britten hebben groene vingers. Dat merk je niet alleen aan de vele tuinprogramma’s, -boeken en –praatjes. Zelfs in een miljoenenstad als Londen zijn bloemen en planten duidelijk aanwezig.
Samen met een vriendin bezocht ik afgelopen weekend de Britse hoofdstad. Het was mijn eerste bezoek – die ene daguitstap met mijn ouders als tienjarige buiten beschouwing gelaten – en ik was zwaar onder de indruk van de gebouwen, de mensen en het groen. Of we nu in het chiquere Notting Hill, het hippe Soho of het bruisende East End waren, overal zag je dak- en terrastuinen, prachtige voortuinen en groene pubs. I like!
Naast de toeristische hoogtepunten maakten we ook wat tijd voor een paar minder voor de handliggende bestemmingen, zoals de Dalston Eastern Curve Garden en FARM:shop. Daarover vertel ik een volgende keer wat meer, beloofd.
We gingen ook op zoek naar deze fantastische pothole garden, maar helaas waren we net te laat om het met eigen ogen te zien. De blog van deze stadstuinier is trouwens een aanrader. Hij maakt miniatuurtuinen in gaten in de weg. Misschien moet ik hem eens uitnodigen in België, werk genoeg hier…
De enige teleurstelling waren de parken. Misschien waren de Britten nog een beetje in een winterslaap, maar ik vond de parken in Londen veel gras en weinig bloem. Wel leuk waren de natuurlijke borders in de parken, vooral aan de rand van vijvers, waar de Britten de natuur en vooral het vogel- en eekhoornleven hun gang laat gaan.
Ken jij nog leuke groene plekjes in Londen?
Geweldig, die tuintjes op allerlei gekke plaatsen!
En die pothole gardener: een schitterende manier om op een stoute manier de stad op te leuken.
Ik vond Hide Park eigenlijk wel de max. Die groene grasvlaktes stonden vol met krokussen. En de borders zagen er goed uit, met leuke planten.
Misschien was het nog te vroeg in het jaar, maar Hyde Park was vooral groen van het gras, geen krokussen te zien.
Ja, hide park vond ik ook wel tof.