Wereldwijd is bijna 19% van alle landoppervlak (op Antarctica na) blootgesteld aan kunstlicht. Uit een nieuwe Zwitserse studie blijkt dat de invloed van lampen zelfs overdag doorwerkt.
De Zwitserse wetenschappers onderzochten hoe kunstlicht het bestuivingsproces verstoord. Daarvoor plaatsten ze verlichtingspalen in zes graslanden in de Vooralpen. Die graslanden vergeleken ze met zes onverlichte graslanden in dezelfde regio. De onderzoekers gingen na welke insecten welke bloemen bezochten. Dat deden ze voor 21 plantensoorten en 3 bestuiversgroepen: vliegen, bijen en kevers.
De verschillen tussen de verlichte en onverlichte graslanden waren verrassend. In de verlichte graslanden kregen 3 plantensoorten, waaronder moerasspirea en echte valeriaan, opvallend minder bestuivers op bezoek. Wilde peen kreeg als enige plant net meer bezoekers. Bij andere planten veranderde de bestuiversgroep. In verlichte graslanden kreeg de bosooievaarsbek bijvoorbeeld minder vliegen over de vloer, maar meer kevers.
De redenen daarvoor zijn minder duidelijk. Eerder onderzoek toonde al aan dat sommige planten bij kunstlicht minder bloemhoofdjes of minder geuren produceren. Daardoor zijn de planten minder aanlokkelijk voor bestuivers. Dat bestuiving bij bepaalde plantensoorten anders kan verlopen, heeft gevolgen voor de zaadzetting.
Growing your own food is like printing your own money, zegt Ron Finley, zelfverklaard gangsta gardener in een TED talk die je zeker moet zien als je dat nog niet gedaan hebt. Hoewel ik grote fan ben van Finley en zijn project, ben ik het niet helemaal eens met zijn bekende quote. Je eigen voedsel kweken zou financieel kunnen opbrengen, maar dan moet je wel rekening houden met het volgende:
Koop zo min mogelijk zaaigoed, maar oogst zelf je zaden en ruil met andere tuiniers.
Maak zelf je potgrond met tuinaarde en eigen compost. Composteren in eigen tuin gaat je dus de aankoop van veel dure grondverbeteraars schelen.
Kies voor planten die ofwel duur zijn in de winkel (zowat alle bessen) of die je snel en compact kan telen (radijs, rucola) of die niet of amper te vinden zijn (komkommerkruid, Oost-Indische kers, bijzondere variëteiten van tomaten en courgettes)
En geef regenwater in plaats van kraanwater natuurlijk.
Als je tuiniert voor je portemonnee moet je dus geen aardappelen kweken in een zak potgrond uit de winkel en de plant vervolgens 7 maanden plaats laten innemen in je minituin. Maar omdat ik tuinier voor mijn plezier, ben ik heel blij met die 383 gram aardappelen die ik afgelopen herfst kon oogsten, ha!
In september maakte ik samen met Koen Wynants en Astrid Vingerhoets De Kiem, een krantje over samentuinen in district Antwerpen. Omdat we veel te veel tekst hadden, publiceer ik op mijn blog de gesneuvelde portretjes over enkele samentuinen. Vandaag: de Kloostertuin.
De Kloostertuin werd opgericht in 2019 toen woonzorgcentrum Hollebeek zijn tuin wilde openstellen voor de buurt om er een echte gemeenschapstuin van te maken. Hiervoor klopten ze aan bij Samenlevingsopbouw. Op die manier geeft men een semi-publieke ruimte terug aan de wijk.
Buurtbewoners geven de samentuin van het woonzorgcentrum mee vorm (c) Samenlevingsopbouw
Het Kiel is een drukbevolkte wijk met veel sociale woningen die het ontbreken aan een eigen stukje groen. Een open plek waar ontmoeting, tuinieren en tal van activiteiten mensen samenbrengt was dus meer dan welkom.
De link met het woonzorgcentrum blijft, want zelfs de minder mobiele bewoners maken gretig gebruik van de groene ruimte. Het regenwater van het dak leidt men terug naar de tuin door middel van een waterpunt.
De buurt werkt de samentuin uit en kijken samen hoe de Kloostertuin een echt buurtpark kan worden. De geoogste groenten zijn voor de tuinvrijwilligers, wat overblijft gebruikt men in workshops rond gezonde voeding in de buurtwerking.
Corona gooide natuurlijk wat roet in het eten, omdat samenkomen plots geen vanzelfsprekendheid meer was. Gelukkig kan dat weer. Vrijwilligers worden vooral aangetrokken door het buurtnetwerk en iedereen die van de tuin wil genieten, is welkom.
In september maakte ik samen met Koen Wynants en Astrid Vingerhoets De Kiem, een krantje over samentuinen in district Antwerpen. Omdat we veel te veel tekst hadden, publiceer ik op mijn blog de gesneuvelde portretjes over enkele samentuinen. Vandaag: Lekkeroever.
Lekkeroever is niet echt een samentuin – eerder een samenbos (in wording) waar meerjarige planten uit het voedselbos een plek krijgen. Plukgeluk, een vzw uit Vremde, vormt de 8000m² (!!) gazon tussen de woonblokken van het Europapark op Linkeroever stilletjes aan om tot een nectarwoud.
Samentuinders planten gewassen aan (c) Plukgeluk vzw
Samen met vrijwilligers planten ze gewassen volgens de principes van de permacultuur. De planten zijn zo veel mogelijk inheems omdat biodiversiteit op de eerste plaats komt.
Een echte ‘oogst’ zoals in de typische moestuin heb je hier niet. Zo hebben ze onlangs 1200 appelbomen geënt om uit te delen onder Antwerpenaren. Ze willen vooral een educatieve tuin zijn waar kinderen ecosystemen leren observeren en eetbaar groen leren kennen.
De grond kregen ze voor minstens 5 jaar in concessie via Woonhaven en ligt deels bovenop een ondergrondse parking. Onlangs kregen ze ernaast nog een stuk grond onbeperkt in bruikleen van het Agentschap Wegen en Verkeer.
Omdat de poldergrond waarop men tuiniert goed water vasthoudt, moeten ze amper water geven. In uiterste nood gebruiken ze een kraantje van Woonhaven. Zodra de vergunning in orde is, leggen ze een vijver aan die als wateropslag werkt, maar ook voor drinken en koelte zorgt en dieren aantrekt als amfibieën en libellen.
Lekkeroever is altijd op zoek naar vrijwilligers, in het bijzonder (maar niet uitsluitend) naar mensen die overweg kunnen met een zeis, iets kennen van fruitbomen snoeien of herborist zijn.
Lekkeroever, Gloriantlaan 52, 2050 Antwerpen. F @plukgelukBE IG @plukgelukvzw E plukgelukvzw@gmail.com
In september maakte ik samen met Koen Wynants en Astrid Vingerhoets De Kiem, een krantje over samentuinen in district Antwerpen. Omdat we veel te veel tekst hadden, publiceer ik op mijn blog de gesneuvelde portretjes over enkele samentuinen. Vandaag: Damhof, de samentuin waar ik zelf als vrijwilliger actief ben.
Een jaar geleden bestond het terrein van deze samentuin nog uit asfalt. De eigenaar van de site, de projectontwikkelaar Triple Living, gaf Damhof de toestemming om 550m² steen uit te breken en er een samentuin te starten waar zowel in volle grond als in bakken getuinierd wordt.
In de bonentipi spelen de kinderen
Nu is er niet alleen een moestuin en serre, maar ook bloemenborders met vaste en eenjarige planten, een kippenhok en speelplekjes. Hoewel de tuin op privaat terrein ligt, is het altijd toegankelijk. Buurtbewoners komen er graag wandelen – met of zonder hond – en kinderen ravotten er in de bonentipi of rond het speelhuisje.
Op termijn zal de tuin publiek domein worden. Damhof heeft een contract met de ontwikkelaar om er te blijven tuinieren, ook wanneer de nieuwbouw er zal staan. Sowieso is er in de plannen voor de site ruimte voorzien voor een samentuin.
Afgelopen zomer koppelde Damhof een regenton aan het dak van het nabijgelegen pakhuis. Binnenkort wil men dit nog verder laten overlopen in een zelf gegraven opvangbekken en wadi, waarlangs planten groeien als watermunt en smeerwortel.
De vaste kern van ongeveer 10 vrijwilligers zorgt voor minstens 1 wekelijks tuiniermoment. De andere vrijwilligers – een 50-tal – wordt daarvan op de hoogte gebracht via sociale media, WhatsApp en e-mail. Ze werken ook samen met andere partners. Zo loopt er bijvoorbeeld een project met een buurtvereniging ‘Vogels op den Dam’ om de mussen terug te brengen naar de buurt.
Heb jij de Antwerpse samentuinkrant al gezien? Ik ben heel benieuwd wat je ervan vindt!
De papieren versie van De Kiem, zoals we de Antwerpse samentuinkrant noemden, kon je onder andere vinden op de netwerkdag voor Samentuinen gisteren. De digitale versie vind je hier.
Bij het opmaken kwam het nodige knip- en plakwerk aan te pas
Het was in ieder geval super leuk om te maken, al moest alles verschrikkelijk snel gaan, ha. Tussen de eerste en enige redactievergadering en het krantje klaar voor druk zat precies anderhalve week.
We verzamelden foto’s, contactgegevens van alle samentuinen in district Antwerpen, schreven artikels… Maar het leukste vond ik de workshop van Commons Lab waarin ik het materiaal mocht vormgeven tot een echte krant. Mét schaar en lijm. En ook nog veel kopspelden en garen.
Knutsel-Bie
En daar, in een kamertje van het prachtige museum Plantin-Moretus, ontdekte ik dat we veel te veel tekst en foto’s hadden verzameld voor de luttele 4 pagina’s die we mochten vullen. Dus de komende week deel ik graag nog een paar portretten van Antwerpse samentuinen die onder het motto kill your darlings de persen niet haalden.
Wie op zoek is naar een klimplant die niet alleen mooi is, maar ook werkt als een natuurlijke thermostaat kiest het best voor klimop. Uit onderzoek door de Royal Horticultural Society en de Universiteit van Reading blijkt namelijk dat klimop de meest effectieve plant is om gebouwen te koelen tijdens warme zomermaanden.
De onderzoekers bekeken de effecten van groene muren op de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid in gebouwen. De onderzochte muren waren begroeid met Hedera helix (kleinbladige klimop), Parthenocissus tricuspidata (wingerd) en Pileostegia viburnoides (bladhoudende klimhortensia).
Terwijl de wingerd en klimhortensia de temperatuur van de muur aan de buitenkant met minstens 1°C verlaagden, daalde de temperatuur door de klimop met 5,7°C. Aan de binnenkant zorgde de klimop zelfs voor een daling met 7,2°C. In een hittegolf kan dat het verschil zijn tussen je kapot zweten of het aangenaam warm hebben.
Ook in warmere wintermaanden presteerde Hedera helix het best: de relatieve luchtvochtigheid in het gebouw was 5,7% lager vergeleken met gebouwen waartegen geen klimop groeit. Dat betekent dat gebouwen in de winter minder vochtig zijn.
Heb jij klimop tegen je gevel groeien? Merk je zelf het koelende effect in de zomer?
Dit artikel is een herwerking van een artikel dat ik schreef voor het magazine Stadstuinieren (2021-01).
Afgelopen weekend organiseerde het Ecohuis in Antwerpen klimaatwandelingen in de stad. Tijdens de wandeling in Deurne bezochten we 2 indrukwekkende daktuinen en speelde dit liedje onafgebroken in mijn hoofd.
De eerste daktuin is een echte tuinkamer. Het lijkt alsof je in een ruïne zit waar je kan tafelen, spelen, marshmallows roosteren aan de vuurkorf en genieten van het leven in je tuin. Of ja, ruïne is misschien wat oneerbiedig. Het voelde eerder aan als een Engelse cottage tuin, zo eentje met oude muurtjes, stenen en weelderige borders.
Toen de bewoners het huis kochten, stond er in de tuin een werkhuis. Omdat de bovenste verdieping van het gebouw niet in gebruik was, besloten ze het dak eraf te halen, een muur open te maken en – heel belangrijk – het plafond van het gelijkvloers te verstevigen met nieuwe balken om 28 ton (!) extra gewicht te kunnen dragen.
De intensieve daktuin is ongeveer 70 cm dik, door onder andere een drainagemat, filter en een laag lavasteentjes van 30-40 cm. De eigenaars kozen voor droogteresistente planten in de borders, omdat het er in de zomer heel erg warm wordt tussen de stenen.
Het meest spectaculaire is misschien nog wel de lange loopplank. Die maakt een verbinding tussen de daktuin en het huis, dat ook helemaal bekleed is met gevelplanten.
De geveltuin krijgt 2 keer per dag automatisch water uit de regenput. De overschot van het water loopt terug naar de regenput, zodat er niets verloren gaat.
In de tweede intensieve daktuin wordt minder geleefd en meer genoten van het groene uitzicht. De bewoner vindt groen in de stad erg belangrijk, maar omdat ze zelf geen groene vingers heeft, gebeurde de plantenkeuze door een tuinaannemer en zijn het voornamelijk onderhoudsvriendelijke planten, zoals een beukenhaag die een keer per jaar gesnoeid moet worden.
Water geven verloopt ook automatisch, via een waterdruppelsysteem dat verbonden is met een regenput van 50.000 liter.
De daktuin werd ook tegelijkertijd met de verbouwingen aan het huis gedaan, waardoor er meteen rekening kon gehouden worden met het gewicht en de waterhuishouding.
In de tuin wordt ook amper geleefd. Er zijn wel wandelpaadjes en plekjes om te zitten, maar zelf vindt de bewoner het meestal te warm om in de tuin te vertoeven. In de zomer zorgt het 60 cm dikke dak er wel voor dat haar huis heel fris blijft, zelfs tijdens hittegolven.
Belangrijkste tip als voor voor dit soort daktuin wil gaan: houd hier al van bij de eerste verbouwingen aan je huis rekening mee. Het gewicht van zo’n dak is enorm, dus denk aan extra balken, op welke manier je binnen je plafonds isoleert… Je kan later nog beslissen om de tuin erop te zetten (als je weer moet sparen, bijvoorbeeld…) Want ondanks de flinke klimaatpremie die je als Antwerps stadsbewoner kan aanvragen, kost dit toch een serieuze cent.
Had je tien miljoen, wat zou jij dan doen? Daktuin1 of 2?
Je dak vergroenen, heeft veel voordelen. Het is goed voor de biodiversiteit, werkt verkoelend in de zomer en isolerend in de winter en helpt mee het riool te ontlasten tijdens grote regenbuien. Iedereen kent wel de groendaken met sedumplantjes, maar sommige mensen gaan een stapje verder.
De inwoners van dit huis in Borgerhout (Antwerpen) bijvoorbeeld. Ze plaatsten een heuse serre op het dak. Tijdens de klimaatwandeling van het Ecohuis Antwerpen vertelden de bewoners er meer over.
Omdat hun huis lager was dan dat van hun buren, mochten ze er van de stad een extra verdieping op zetten. Daar hadden ze zelf geen nood aan, maar zo kregen ze wel het idee om het dak op te gaan.
In de serre – die ze met hoekijzers verankeren, want het kan er natuurlijk wel stevig waaien – kweken ze onder andere tomaten, paprika en aardbeien.
Naast de serre heeft het dak ook begroeiing: op het gedeelte waar het dak niet te veel extra gewicht aankan, groeit sedum. Rond de serre kan het dak meer gewicht aan en groeien er kruiden als bieslook en citroentijm. Dit noemde men een ‘biodiversiteitsdak’ en naast bijen en lieveheersbeestjes schijnen er zelfs krekels te zitten.
Er is ook een regenton, maar daar komen ze nauwelijks mee toe. Gelukkig moeten ze niet met gieters sleuren langs de steile trap, maar is er een aansluiting met haspel op de verdieping er net onder.
Geweldig om te tuinieren met zo’n panoramisch zicht, ha!
Op het gelijkvloers hebben ze trouwens ook een tuin. Een echte stadstuin, met bloemenborders, een konijnenhok en een tuindouche. Tussen de tegels lieten ze ruimte voor gras, zodat dit beter water kan doorlaten. Enige uitdaging is dat ze het gras af en toe met een schaartje moeten bijknippen (een grasmachine werkt vast ook wel, maar dat is voor zo’n kleine tuin niet echt de moeite).
Tip! Wie in Antwerpen stad woont en zelf aan de slag wil met ontharding, groendaken en gebruik van regenwater kan daarvoor een klimaatpremie aanvragen.