Een medicinale kruidentuin

Tijdens de Ecotuindagen van Velt het afgelopen weekend bezocht ik drie tuinen: een privé tuin, een kruidentuin van een herboriste en een volkstuinencomplex. Het verslag van de stadstuin van Dirk kan je hier lezen. Nu vertel ik graag over mijn bezoek aan de kruidentuin van Veerle, aan de rand van Vilvoorde, naast velden, paardenweien en de iets minder idyllische E19.

Wild en weelderig, precies zoals ik mijn tuinen graag heb.

In de kruidentuin Helianthus komt de lijfspreuk van veel ecologische tuiniers tot leven: onkruid bestaat niet. Onkruid is eigenlijk een plant die op een plaats staat waar je dat liever niet hebt. Zo sprak Veerle met veel liefde over heermoes en zevenblad, planten die menig tuiniers tot wanhoop drijven.

Zelfs distels zijn eetbaar (al zijn ze niet allemaal lekker)

Veerle’s tip: eet ze op! Van gedroogde heermoes zet je thee of laat je meekoken in de soep. De plant zit tjokvol mineralen en is goed tegen gewrichtspijn en reumaklachten. Van zevenblad maak je smakelijke pesto en de geurige bloemen zet je in een vaas.

Een prachtig stukje fauna op een venkelplant.

Toen Veerle met de tuin begon, was ze net afgestudeerd als herboriste. Elke plant kreeg zijn plekje in de tuin en het naambordje maakte het plaatje compleet. Maar planten gaan en staan waar ze willen, aldus Veerle. Vijftien jaar later zijn de borders een prachtig samenspel van alle mogelijke planten.

Planten communiceren met elkaar, aldus Veerle.

In een border staan deze planten bijvoorbeeld broederlijk naast elkaar: kaardenbol, helleborus, vingerhoedskruid, akelei, citroenmelisse, venkel… Allemaal planten die er spontaan zijn opgekomen. Het enige wat Veerle doet, is sommige verstikkende planten in toom houden, zoals hagewinde.

Veerle toont smalle weegbree.

Volgens Veerle zijn er trouwens 2 planten die zowel mensen als dieren als vaste waarde in hun dieet moeten opnemen: paardenbloem en smalle weegbree. Je kan beide planten in de salade doen. Smalle weegbree is bijvoorbeeld ontstekingswerend en goed voor de huid.

Note to self: ik moet dringend ook eens wat guitige beelden voor onze tuin vinden.

Met andere planten moet je wat voorzichtiger zijn. Iedereen weet dat je niet te veel salie mag eten, maar ook met peterselie moet je vanwege de apiole* oppassen, zeker wanneer je zwanger bent. Salie is net als de absintalsem wel een geweldig nuttige plant in de border, omdat het thionehoudend* is en daarmee andere planten gezond houdt.

Eenjarige bloemen zaait Veerle bij, maar het gros van de tuin bestaat uit vaste planten of planten die zichzelf uitzaaien.

(*Deze termen zijn voor mij verder ook Chinees, want eerlijk gezegd was chemie mijn slechtste vak op school vroeger.)

In deze tuin met meer dan 200 medicinale planten zijn er regelmatig workshops en je kan altijd langskomen op afspraak. Kijk op de website voor meer informatie.

Van fabriek tot stadstuin

Tijdens de Ecotuindagen van Velt het afgelopen weekend bezocht ik drie tuinen: een privé tuin, een kruidentuin van een herboriste en een volkstuinencomplex. Het verslag van de kruidentuin en de volkstuinen volgen. Eerst neem ik jullie graag mee naar de tuin van Dirk en zijn familie.

De tuin waar het allemaal begon, ook al kreeg deze doorheen de jaren een metamorfose.

Het bijzondere aan deze tuin is dat het eigenlijk bestaat uit 3 tuinen. Het begon met de tuin die bij hun huis hoorde. Toen kochten ze het vervallen fabrieksgebouw dat aan hun tuin grensde. Achter ‘de groene poort’ zoals het gebouw in de stad bekend stond, werden ooit kleurstoffen voor voeding gemaakt en wereldwijd verkocht.

Een deel van de fabriek moesten ze slopen van de stad. Daar staan nu onder andere deze strelitzia’s (links) en rozenstruiken.

Na 50 jaar leegstand, kocht het gezin het magazijn. Een deel van het gebouw lieten ze staan en doet nu dienst als ‘tuinhuis’ (het grootste dat ik ooit gezien heb), opslagruimte en speelplek voor de kleinkinderen op regenachtige dagen. De rest van het domein werd moes- en siertuin.

En dat doen ze heel goed. Zeker voor iemand die oorspronkelijk zijn gewassen bespoot ‘tegen de beestjes’, zoals hij geleerd had. Alleen moest hij steeds meer spuiten, omdat de beestjes resistent bleken te zijn. Toen zijn zoon Velt, de Vereniging voor Ecologisch Tuinieren, leerde kennen, sprong hij mee op de kar. Zolang zijn zoon de theorie uitpluist, wil Dirk de uitvoering gerust op zich nemen.

Ondertussen is Dirk een Velt’er in hart en nieren.

Om de schade van beestjes binnen de perken te houden, werken ze nu onder andere met barrières, zoals netten rond de bessen, en met brandnetelgier (een aftreksel van brandnetels) dat bladluizen verjaagt. Amstel blijkt proefondervindelijk het beste bier te zijn om in de slakkenval te gebruiken.

In het derde deel van de tuin staat onder andere een serre met tomatenplanten. Tip: zet de ramenhendels aan de buitenkant!

Maar de beestjes worden ook omarmd. In sommige hoekjes in de tuin liggen composthoopjes die nuttige dieren aantrekken die voor een gezonde bodem zorgen. Slakkenschade aan bepaalde planten wordt oogluikend toegestaan, zolang de planten er niet te hard onder lijden.

Ook 2 konijnen en 2 kippen hebben een plekje in de tuin.

En doet een plant het niet goed, geeft Dirk hem niet meteen op, maar zoekt hij een betere plek in de tuin. Zo heeft hij al veel planten zien herleven.

Ook slim gezien: bij de aanleg van de tuinen werden 3 grote ondergrondse regenputten gebouwd. Zo moeten ze nooit beroep doen op regenwater, zelfs niet bij de aanhoudende droogte van een aantal jaar geleden.

Het is een beetje apart, zo’n tuin in 3 delen, maar dat maakt dat er veel leuke hoekjes zijn en altijd wat nieuws om naar te kijken.